| dc.description.abstract | Achtergrond: Jeugdwerkloosheid is een internationaal probleem. Arbeidsparticipatie hangt samen met welbevinden, perspectief, persoonlijke kenmerken en leefomstandigheden tijdens de jeugd. Doel: De volgende hypothese is getoetst: Jongeren die vaker een negatieve verwachting hebben over toekomstig arbeidsperspectief, hebben een groter risico op verminderd welbevinden. Methode: De relatie tussen toekomstperspectief op arbeid en welbevinden is onderzocht onder 111 jongeren tussen 16 en 28 jaar oud op MBO, HBO en WO. Hiervoor hebben de jongeren 20 vragen over toekomstperspectief op arbeid en 20 vragen over welbevinden beantwoord. Resultaten: Na toepassing van een correlatietoets en regressieanalyse is gebleken dat er een positief verband is tussen toekomstperspectief en welbevinden onder jongeren. Onderwijs en leeftijd beïnvloedt toekomstperspectief op arbeid, maar niet welbevinden. Sekse beïnvloedt geen van beiden. Conclusie: Deze resultaten benadrukken dat het perspectief over werk en welbevinden al aan elkaar gerelateerd zijn voordat jongeren de arbeidsmarkt betreden waar zij voor worden opgeleid.
trefwoorden: jongeren, toekomstperspectief, arbeid, welbevinden | |
