Wordt visuele input, die overeenkomt met de items in het passieve visuele werkgeheugen, geprioriteerd voor toegang tot het visuele bewustzijn?

Abstract

Het visuele werkgeheugen zorgt voor een selectieproces van inkomende informatie voordat deze bewust wordt ervaren. Hierbij vallen er twee toestanden te onderscheiden: het actieve en het passieve visuele werkgeheugen. Informatie dat wordt opgeslagen in het actieve visuele werkgeheugen verkrijgt een andere status dan informatie dat wordt opgeslagen in het passieve werkgeheugen. Eerdere onderzoeken hebben uitgewezen dat het actieve visuele werkgeheugen een grote rol speelt bij het selectieproces. Visuele input die overeenkomt met de content van het actieve visuele werkgeheugen wordt geprioriteerd voor toegang tot het visuele bewustzijn. In dit onderzoek werd gekeken in hoeverre het passieve visuele werkgeheugen een invloed heeft op de prioritering van inkomende visuele stimuli. Dit werd gedaan door middel van een geheugentaak te combineren met een b-CFS taak. Tijdens de b-CFS taak werden visuele stimuli aangeboden die voor de geheugentaak actief, passief of niet onthouden moesten worden. Met behulp van de b-CFS taak is gekeken of de verschillende stimuli sneller of langzamer doorbraken tijdens interoculaire suppresie. De verkregen data suggereert dat er geen verschil is tussen de doorbreektijden van de verschillende visuele stimuli. Echter kan er met de huidige opzet van het onderzoek geen uitsluitend antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag.