Mein Kampf: het minst gelezen boek waarover de meeste discussie bestaat: Een analyse van het politieke debat rondom het verbod op Hitlers boek in Nederland.

Abstract

Sinds in 2018 een wetenschappelijke vertaling van Mein Kampf op de Nederlandse markt werd gebracht, is het opvallend stil rondom dit onderwerp in de politiek. Dit is bijzonder, aangezien politici zich in het verleden meermaals sterk uitspraken over het publiceren van een nieuwe uitgave van het boek. In dit onderzoek wordt geanalyseerd hoe het parlementaire debat in Nederland zich heeft ontwikkeld rondom het boek waarin Hitler de basis legde van het nationaalsocialisme. Mein Kampf werd in 1945 verboden, omdat de Beierse staat greep hield op de auteursrechten ervan. Toch werd ook haatzaaien als een belangrijk argument aangehaald door politici om het boek buiten de schappen te houden. Drie casussen waarin over Mein Kampf werd gediscussieerd in de politiek staan centraal in dit onderzoek: de debatten naar aanleiding van de nieuwe uitgave die een Rotterdamse boekhandel in 1974 op de markt bracht, waarna de politie de exemplaren in beslag nam, de Kamervragen die D66 in 1997 stelde over de wenselijkheid van een wetenschappelijke editie van het boek en de reacties op het interview waarin minister Ronald Plasterk zich kritisch uitliet over het verbod. Uit de casussen kan geconcludeerd worden dat de argumentatie rondom het al dan niet verbieden van het boek vooral op morele gronden berust. Mein Kampf staat dan ook symbool voor het oorlogstrauma waarmee in Nederland nog steeds zeer krampachtig om wordt gegaan. Het feit dat in 2016 de auteursrechten vervielen, uitgeverij Prometheus gebruik maakte van de uitzondering op de wet die haatzaaien verbied en ook de publieke opinie positief lijkt te staan ten opzichte van een nieuwe uitgave, maakt dat het politieke debat is bekoeld en Mein Kampf in Nederland verkrijgbaar is.