Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan der Gaast, Brandt
dc.contributor.authorVries, T. de
dc.date.accessioned2019-08-02T17:00:56Z
dc.date.available2019-08-02T17:00:56Z
dc.date.issued2019
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/33089
dc.description.abstractDe Duitse filosoof Theodor Adorno schreef een marxistische kritiek op de cultuurindustrie in het jaar 1944. Nu, 75 jaar later, zien wij nog steeds dat cultuur op industriële wijze wordt geproduceerd. Voor dit onderzoek beschrijf ik de kritiek van Adorno, waarna ik inga op twee problematische aspecten in de kritiek. Adorno wordt namelijk terecht beschuldigd van elitisme en hij onderschat de rol die het individu kan spelen. Om de theorie van Adorno toe te kunnen passen op onze huidige samenleving moeten beide kritieken worden overwonnen. De kritiek van Adorno bevat uit een economisch, sociologisch en een esthetisch aspect. Op economisch en sociologisch gebied toont Adorno aan dat het produceren van gestandaardiseerde cultuur en kunst leidt tot volgzame burgers die de heersende kapitalistische ideologie van de samenleving niet in twijfel trekken. Dit is problematisch omdat juist het esthetische aspect in de kritiek van Adorno laat zien dat kunst de mogelijkheid heeft om de onwaarheid van deze ideologie aan te tonen. Kunst verliest in de cultuurindustrie haar kritische aspect als gevolg van standaardisering, herhaling en marketing. Adorno wordt echter beschuldigd van elitisme. Hij had een duidelijke voorkeur voor hoge kunsten en laat dit in zijn theorie doorschemeren. Om effectieve maatschappijkritiek mogelijk te maken moet ook de kracht van de lagere kunsten worden benadrukt, wat Adorno nalaat te doen. Een tweede probleem is dat Adorno de rol van het individu miskent. Adorno schrijft namelijk dat het individu tot volgzaam wordt gereduceerd door de producten van de cultuurindustrie. Mediawetenschapper John Fiske toont aan dat het individu zich juist kritisch verhoudt tot de producten van de cultuurindustrie. Het is niet de industrie maar de massa die bepaalt welke producten populair worden. Verder geeft het individu zelf betekenis aan de producten en kan het individu in verzet komen tegen de industrie. Deze twee kritieken hebben grote gevolgen voor de theorie van Adorno. In tegenstelling tot het pessimisme van Adorno is er een reden voor voorzichtige hoop. Kunstenaars en publiek bepalen de ontwikkelingen van de kunst door steeds tegen definitie en begrenzing in opstand te komen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent23785
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titleEr is hoop in de cultuurindustrie
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsAdorno; Cultuurindustrie; Kritische theorie; kunst; muziek; filosofie
dc.subject.courseuuFilosofie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record