Politiek in ontwikkeling, de zoektocht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar een succesvol anti-corruptiebeleid

Abstract

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft lang de corruptieproblemen in ontwikkelingslanden niet serieus genomen. Dit gebeurde pas vanaf eind jaren '90 onder invloed van internationale ontwikkelingen en druk vanuit de samenleving en Tweede Kamer. Met name minister Van Ardenne is belangrijk geweest, omdat zij nog meer dan haar voorganger Herfkens het probleem ook in relevante beleidsdocumenten ter sprake bracht. Haar opvolger Koenders is hierop doorgegaan. Toch is het verschil tussen papieren wens en de praktijk nog groot. Resultaten zijn nauwelijks geboekt. Alleen op het gebied van het voorkomen van corruptie met Nederlandse hulpgelden komen kleine successen voor, maar dat geldt niet voor de bestrijding van corruptie in het algemeen. En dat terwijl corruptie een grote rem is op de ontwikkeling van arme landen. Ondanks dat het beleid voor een belangrijk deel is mislukt betekent dit niet dat er geen hoop is voor de toekomst. Het ministerie is actief bezig met het zoeken naar beter bruikbare meet- en diagnosemethodes en een meer op de praktijk gericht instrument is sinds 2008 in gebruik.