Willem van Rubruck, de Monnikspion

Abstract

Halverwege de dertiende eeuw kwamen West-Europa en het Mongoolse Rijk op gewelddadige wijze met elkaar in aanraking. Even leek het er op alsof ook West-Europa ten prooi zou vallen aan het machtige Mongoolse Rijk, maar daarvan is het nooit gekomen. Toen de ergste dreiging geweken was, werden er al snel gezanten naar het Mongoolse Rijk gestuurd, eerst om de vrede te bewaren en later zelfs voor een mogelijke alliantie met de Mongolen. Dit paper onderzoekt de hoedanigheid waarin de Vlaamse Franciscaner monnik Willem van Rubruck zijn reis naar het Mongoolse Rijk tussen 1253 en 1255 maakt. In zijn reisverslag, opgedragen aan koning Lodewijk IX de Heilige van Frankrijk, schets hij in detail het dagelijks leven van de Mongolen, de gebieden waar hij doorheen trekt en de vele bijzondere gebeurtenissen die hij meemaakt. Waar hij vroeger nog werd gezien als missionaris en later als diplomaat, zal in dit paper uiteengezet worden waarom hij het best omschreven kan worden als spion.