Operation Allied Force: een rechtvaardige oorlog? Operation Allied Force geanalyseerd aan de hand van kerncriteria van de just war traditie

Abstract

De NAVO en westerse media overschatten het aantal doden van het conflict in Kosovo, maar de angst voor toenemende repressie en grote aantallen vluchtelingen zouden rechtvaardige redenen voor een interventie kunnen zijn. Hoewel de humanitaire intentie de boventoon voerde, was er sprake van gemengde motieven (er waren ook economische en politieke belangen, een nadruk op instabiliteit in de regio, en de geloofwaardigheid van de NAVO stond op het spel). Er was voorafgaand aan het conflict sprake van internationale afzijdigheid, een gebrek aan preventieve maatregelen en weinig aandacht voor vreedzame oplossingen. Zoals gewaarschuwd brachten de disproportionele bombardementen de burgerbevolking op meerdere manieren in gevaar. Naast dat er civiele infrastructuur werd aangevallen (hierbij vielen door inschattingsfouten honderden burgerslachtoffers), kregen Servische troepen de ruimte om de repressie op de grond te versterken. De veiligheid van de NAVO-piloten stond voorop en dit bracht de burgerbevolking in gevaar. Deze strategie strookt niet met het discriminatieprincipe en het proportionaliteitsprincipe en ondermijnt (ondanks dat er sprake was van een rechtvaardige reden en een juist intentie) de rechtvaardiging van de gehele interventie. In het geval van een humanitaire interventie alleen vertrouwen op luchtaanvallen is problematisch. Operation Allied Force is dus niet te verenigen met de just war traditie.