Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTrappenburg, J.C.A.
dc.contributor.authorGraaf, I. van der
dc.date.accessioned2018-10-01T17:01:09Z
dc.date.available2018-10-01T17:01:09Z
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/31744
dc.description.abstractSAMENVATTING Titel: Determinanten van zelfmanagement capaciteit in patiënten met hartfalen Achtergrond: Zelfmanagement is belangrijk in de behandeling van patiënten met chronisch hartfalen (CHF); patiënten die in staat zijn hun gezondheid en gezondheidszorg goed te managen hebben betere overlevingskansen en minder ziekenhuisopnames. Weinig is nog bekend over determinanten die van invloed zijn op zelfmanagement capaciteit. Doel: Het doel van dit onderzoek was het identificeren van patiënten karakteristieken die geassocieerd zijn met (slechte) zelfmanagement capaciteit bij patiënten met CHF. Methode: Een kwantitatief, cross-sectioneel onderzoek werd uitgevoerd bij 238 patiënten met CHF (60% man, gemiddelde leeftijd 74(SD 10) uit huisartspraktijken en hartfalen poliklinieken in Nederland. Zelfmanagement capaciteit werd gemeten met een generiek (Patient Activation Measure-PAM) en een ziekte-specifiek meetinstrument (European Heart Failure Self-care Behaviour scale - EHFScBs). Zestien aan zelfmanagement gerelateerde determinanten werden onderzocht met behulp van vragenlijsten en dossieronderzoek. De vragenlijst bestond uit gevalideerde meetinstrumenten en niet-belastende vragen. Resultaten: De gemiddelde PAM-scores duiden op “gebrek aan kennis en vertrouwen om actie te ondernemen”, terwijl de gemiddelde EHFScBs-scores van 25,3(SD 8,9) juist wezen op goed zelfmanagement gedrag. Tussen de twee metingen werd geen verband aangetoond. Alleen sociale steun was geassocieerd met beide uitkomsten. In multipele regressie analyse kon 18% van de variantie in PAM-scores worden verklaard vanuit ziekteperceptie, kwaliteit van leven, sociale steun, angst en depressie (R²=0.179; p <0.001). Slechts 9,5% van de variantie in EHFScBs-scores kon worden verklaard vanuit sociale steun en ziekte ernst (NYHA) (R²=0,095; p <0,001). Conclusie: Er lijkt een substantieel verschil te zijn tussen de twee aspecten van zelfmanagement capaciteit. Vertrouwen lijkt een belangrijke factor te zijn. Ver onderzoek is nodig om associaties tussen verschillende aspecten van zelfmanagement te verkennen en de impact ervan om gezondheidsuitkomsten van patiënten met CHF. Trefwoorden: zelfmanagement, chronisch, sociale steun, hartfalen
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent806958
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isoen
dc.titleDeterminants of Self-management Capacity in Patients with Congestive Heart Failure
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordszelfmanagement, chronisch, sociale steun, hartfalen
dc.subject.courseuuAlgemene Sociale Wetenschappen


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record