Zelf de regie met behulp van het netwerk

Abstract

Aanleiding. Informele netwerken worden steeds belangrijker in de ouderenzorg, mede door vergrijzing en de daarbij oplopende zorgkosten. Er kunnen zich echter verschillende barrières voordoen bij ouderen om aanspraak te maken op hun netwerk. Het doel van deze studie is in kaart te brengen welke invloed het sociaal netwerk (grootte en sociale steun) heeft op zelfregie bij ouderen met een fysieke kwetsbaarheid. Methode. Op basis van data van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) over ouderen van 65 jaar en ouder in Nederland is onderzocht wat de relatie is tussen sociaal netwerk en zelfregie. Door middel van een OLS regressieanalyse is deze relatie onderzocht en daarbij is gekeken of opleidingsniveau een modererend effect heeft op deze relatie. Resultaten. Uit de resultaten blijkt dat grootte van het sociaal netwerk een positieve associatie heeft met zelfregie. Er is geen significante associatie gevonden tussen sociale steun en zelfregie. Daarnaast heeft opleidingsniveau een modererend effect op de relatie tussen netwerkgrootte en zelfregie. Het effect voor hoogopgeleiden groter is dan voor laagopgeleiden. Conclusie. Dit onderzoek bevestigt ongelijkheid in mogelijkheden om gebruik te maken van informele netwerken. Het richt hiermee de aandacht op de vraag hoe zorg ingevuld moet worden voor kwetsbare ouderen met een kleiner sociaal netwerk. Een praktische aanbeveling is dat er meer steun vanuit de wijk geleverd kan worden aan kwetsbare ouderen door middel van buurtinitiatieven.