Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVermande, M.M.
dc.contributor.authorSmorenburg, K.
dc.date.accessioned2018-09-21T17:01:11Z
dc.date.available2018-09-21T17:01:11Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/31415
dc.description.abstractPesten op school komt vaak voor. Hoe vaak is echter afhankelijk van de gebruikte methode. Dit betekent dat verschillende methoden ook verschillende daders en slachtoffers kunnen identificeren. Het doel van dit onderzoek was het bestuderen van a) de verschillen en overeenkomsten qua prevalentie en b) de mate van eenzaamheid en depressie van kinderen die volgens zelfrapportage, peerrapportage of (geen van) beide methoden geïdentificeerd zijn als pestslachtoffers. Het databestand bestond uit 1460 leerlingen afkomstig van 37 reguliere basisscholen, verspreid door heel Nederland. Met behulp van zelf- en peerrapportage werd bepaald in welke slachtoffergroep de participant (convergent victims (zowel zelf- als peerrapportage), self-identified victims (alleen zelfrapportage), peer-identified victims (alleen peerrapportage) en non-victims (geen van beide rapportagemethoden)) ingedeeld werd. De MANOVA liet een statistisch significant verschil zien op internaliserende problematiek (depressie en eenzaamheid). Uit de post-hoc procedure werd duidelijk dat de convergent victims een hogere mate van eenzaamheid en depressie rapporteerden dan de peer-identified victims en de non-victims. Er werd geen verschil gevonden tussen de convergent victims en de self-identified victims, maar self-identified victims rapporteerden hogere scores op gevoelens van depressie en eenzaamheid dan peer-identified victims en non-victims. Daarnaast rapporteerden de peer-identified victims significant hoger op gevoelens van depressie en eenzaamheid dan de non-victims. Tot slot werd geen interactie-effect gevonden. Dit onderzoek geeft dus aan dat, ongeacht het geslacht, convergent victims de meeste gevoelens van depressie en eenzaamheid ervaren, gevolgd door de self-identified victims, de peer-identified victims en tot slot de non-victims. Kortom, het is wenselijk dat beide rapportagemethoden gebruikt worden voor de identificatie van pestslachtoffers.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent385872
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleSlachtoffer van Pesten geïdentificeerd via Zelfrapportage en/of Peerrapportage: Verschillen in Depressieve Gevoelens en Eenzaamheid
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordspestslachtoffers, internaliserende problematiek, zelfrapportage, peerrapportage
dc.subject.courseuuClinical Child, Family and Education Studies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record