Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorYerkes, M.A.
dc.contributor.authorHaan, J.J. de
dc.date.accessioned2015-12-07T18:00:43Z
dc.date.available2015-12-07T18:00:43Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/31255
dc.description.abstractDe arbeidsmarktpositie van laagopgeleide jongeren in Nederland is kwetsbaar. Een stijgende jeugdwerkloosheid (CBS, 2015a) en maatschappelijke veranderingen als technologische ontwikkelingen en flexibele arbeidscontracten (Bonoli, 2005) leiden ertoe dat vooral laagopgeleide jongeren moeite hebben om werk en zekerheid te vinden op de arbeidsmarkt. Het SCP (2014) constateert dat laagopgeleiden in toenemende mate het contact verliezen met hoger opgeleiden in de hedendaagse samenleving. Dit is problematisch aangezien de hulpbronnen in het sociale netwerk van jongeren, ook wel sociaal kapitaal genoemd, een belangrijke voorspeller zijn voor de toekomstige arbeidsmarktpositie (Lin, 2000). Ontberen laagopgeleide jongeren deze hulpbronnen? Of is in het sociale netwerk van laagopgeleide jongeren juist sprake van 'negatieve' bronnen? Dit onderzoek tracht deze vragen te beantwoorden door onderzoek te doen onder laag- en middelbaar opgeleide jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Theoretisch kader: Ongelijkheid in sociaal kapitaal leidt tot sociaaleconomische ongelijkheid (Lin, 2000). Uit verschillende onderzoeken blijkt dat laagopgeleiden minder toegang tot sociaal kapitaal hebben dan middelbaar en hoger opgeleiden (o.a. Kloosterman, 2015; Van Esch, 2011). Dit betekent dat laagopgeleiden kwetsbaar zijn omdat het sociale netwerk niet voorziet in hulpbronnen die kansen bieden op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt. Maar er zijn ook aanwijzingen dat sociaal kapitaal niet alleen maar positief hoeft te zijn (Van der Gaag & Snijders, 2004; Portes, 1998). Hier is echter, net als naar sociaal kapitaal onder jongeren, nog nauwelijks onderzoek naar gedaan. Methode: Dit onderzoek is tweedelig van aard. Aangezien er nog geen onderzoek is gedaan naar negatief sociaal kapitaal onder jongeren in Nederland, worden eerst pilot-interviews afgenomen. De informatie uit deze interviews vormt samen met de literatuur de basis voor een kwantitatieve studie onder 247 mbo-leerlingen. Resultaten: De resultaten tonen mogelijke bronnen van negatief sociaal kapitaal aan in het sociale netwerk van mbo niveau 2 en niveau 4 leerlingen. Voor een aantal van deze aspecten geldt zoals verwacht dat jongeren met minder positief sociaal kapitaal, beschikken over meer negatief sociaal kapitaal. Laagopgeleiden en middelbaar opgeleiden verschillen niet eenduidig in hun negatief sociaal kapitaal. Wel blijkt dat middelbaar opgeleiden meer toegang hebben tot (een aantal aspecten van) positief sociaal kapitaal. Conclusie: De resultaten van deze studie wijzen op het bestaan van negatieve bronnen van sociaal kapitaal en de negatieve relatie met positieve bronnen van sociaal kapitaal. Negatief sociaal kapitaal is een concept dat in de kinderschoenen staat, toekomstig wetenschappelijk onderzoek moet dit concept verder uitwerken. Ook maatschappelijk gezien is dit essentieel, zodat kwetsbare leerlingen in de toekomst beter en eerder geïdentificeerd kunnen worden.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1484653
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleWeinig goede, of veel slechte contacten? Over het sociaal kapitaal van jongeren in het nederlandse middelbaar beroepsonderwijs
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuArbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record