Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorKoppen, J.M. van
dc.contributor.authorAmstel, M.O. van
dc.date.accessioned2018-09-06T17:00:51Z
dc.date.available2018-09-06T17:00:51Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/31165
dc.description.abstractIn dit onderzoek wordt gekeken of de structuur van het Nederlandse adjectief overeenkomt of een uitzondering is op Cinque (2010), die claimt met zijn NP-raising-theorie de structuur van alle Romaanse en Germaanse adjectieven te kunnen verklaren. Cinque (2010) vraagt zich af welke parameters de verschillen in oppervlaktestructuur van Germaanse en Romaanse adjectieven bepalen, ervan uitgaande dat de dieptestructuur in beide taalfamilies hetzelfde is. Hij neemt het syntactische onderscheid tussen ‘directe’ en ‘indirecte’ adjectieven van Sproat en Shih (1988) over en voegt daar semantische kenmerken aan toe. Directe adjectieven zijn non-restrictief en indirecte zijn restrictief. Volgens Cinque (2010) is de dieptestructuur van beide taalfamilies: ‘Indirect-Direct-Nomen’. In Germaanse talen schuift de NP, inclusief alle directe adjectieven, optioneel langs het indirecte adjectief, waardoor die laatste ook postnominaal voor kan komen. De pre- en postnominale indirecte adjectieven, waarvan Cinque (2010) zegt dat ze predicatief en restrictief zijn, vormen dus één syntactische groep. De theorie van Cinque (2010) claimt de juiste voorspellingen te doen voor alle Germaanse en Romaanse talen, maar geldt dat ook voor het Nederlands? Broekhuis (2013) analyseert het Nederlandse adjectivale patroon anders. Hij noemt alle prenominale adjectieven attributief en voornamelijk restrictief en alle postnominale adjectieven predicatief en voornamelijk non-restrictief. Beide theorieën worden in dit onderzoek behandeld en vervolgens worden de verschillen geanalyseerd. Het semantische patroon van het Nederlandse adjectief blijkt niet anders te zijn dan Cinque (2010) zegt. Dat kan geconstateerd worden nadat duidelijk wordt dat de attributieve adjectieven zowel restrictief als non-restrictief kunnen zijn en de drie typen postnominale adjectieven met een non-restrictieve interpretatie (complementair, supplementair en de uitbreidende appositie) niet bij de DP blijken te horen. Broekhuis (2013) voert verschillende argumenten aan tegen een uniforme analyse van de syntaxis van pre- en postnominale restrictieve adjectieven. Die worden in de analyse van dit onderzoek allemaal weerlegd, behalve één: De postnominale restrictieve adjectieven zijn alleen acceptabel als ze zwaar genoeg zijn en dat geldt niet voor de prenominale variant. Het is niet duidelijk waarom deze restricties anders zijn. Met deze kanttekening in het achterhoofd, waar meer onderzoek naar gedaan zou kunnen worden, is de conclusie van dit onderzoek toch dat het Nederlandse adjectief geen uitzondering is op de theorie van Cinque (2010).
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent280156
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNederlandse Adjectieven. Direct en Indirect versus Attributief en Predicatief.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsNederlandse adjectieven, attributief, predicatief, directe adjectieven, indirecte adjectieven
dc.subject.courseuuNederlandse taal en cultuur


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record