| dc.description.abstract | Angststoornissen zijn één van de meest voorkomende psychische stoornissen in de huidige samenleving. Huidig onderzoek richt zich op het verschil in beloop van de extinctie van de angstrespons tussen angststoornis patiënten en een gezonde controlegroep. In een laboratoriumconditie werden stimuli, aangeboden op een computerscherm, gevolgd door een schok gedurende de acquisitie (CS+) en niet meer gevolgd door een schok gedurende de extinctie, waarbij gedurende het eerste deel van de extinctie niet werd geïnstrueerd dat de stimuli niet meer werden gevolgd door een schok en gedurende het tweede deel dit wel werd geïnstrueerd. De angstrespons werd gemeten door middel van een startle reflex en subjectieve angst vragen. De resultaten, gegenereerd via een repeated measures ANOVA, gaven aan dat angststoornis patiënten gedurende de extinctie een significant hogere angstrespons hadden dan de controlegroep wanneer sociale fobie patiënten als aparte groep werd meegenomen, verder werden aanwijzingen gegeven dat instructies helpen in het verminderen van de angstrespons gedurende de extinctie en dat stimuli gerelateerd aan de CS+ (de CS-) tot een hogere angstrespons leiden dan neutrale stimuli (de ITI). Deze bevindingen geven aanwijzingen dat sociale fobie
patiënten een ander onderliggend angstmechanisme hebben dan andere angststoornis patiënten, dat het geven van instructies door de therapeut in de praktijk helpt de angstrespons van de cliënt te verminderen en dat in behandeling het ook belangrijk is om aandacht te besteden aan de stimuli die lijken op de CS+. Vervolgonderzoek zal meer duidelijkheid moeten geven over deze bevindingen. | |
