Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBuelens, G.
dc.contributor.authorGeurden, B.J.A.J.
dc.date.accessioned2018-09-04T17:01:16Z
dc.date.available2018-09-04T17:01:16Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/30978
dc.description.abstractIn dit representatieonderzoek naar terrorisme in twee werken van Arnon Grunberg, Het aapje dat geluk pakt (2004) en Onze oom (2008), staat de motivering van de terrorist centraal. Aan de hand van een literatuuronderzoek naar de wetenschappelijke theorievorming over terrorisme wordt vanuit de 'academic consensus definition' en verschillende verklarende theorieën met een psychologische en sociologische achtergrond een conceptuele basis gelegd waarmee representaties van de terrorist in de werken geduid kunnen worden. Enige nadruk ligt daarbij op de Latijns-Amerikaanse verschijningsvormen van terrorisme en met name Tupac Amaru en Sendero Luminoso die in Peru opereerden, aangezien beide teksten al dan niet expliciet refereren aan die geografische ruimte. De terrorismetheorieën dienen als repoussoir voor de narratologische analyse van de teksten waarbij actanten – volgens het actantieel model van Greimas - en personages – volgens de terminologie van Rimmon-Kenan - centraal staan. Uit de analyse van de teksten blijk dat in Het aapje dat geluk pakt met name twee drijfveren uit de terrorismetheorieën, haatgevoelens en de aanwezigheid van een catalyst, een rol spelen in de wending tot terrorisme van de protagonist. Het gehanteerde perspectief maakt echter dat er geen definitieve uitspraak over de invloed en de waarde van die drijfveren gedaan kan worden. In het afgezwakt auctoriaal perspectief blijkt de oordeelvaardigheid van de protagonist feil- en onbetrouwbaar. Er dienen zich, deels impliciet, andere destructieve aspecten aan van diens papieren persoonlijkheid, waaronder een sinistere seksuele drift en een genetische predispositie tot zelfdestructie. Daarnaast speelt een complexe verhouding tot religie een rol in het terroristische wordingsverhaal. De perspectivische onbetrouwbaarheid maakt het onmogelijk de exacte mengverhouding van invloeden die uiteindelijk leiden tot de daad van terreur, vast te stellen. In Onze oom zijn eveneens meerdere aspecten van de terrorismetheorieën terug te vinden, waarbij voornamelijk binnen het stramien van etnisch terrorisme veel geduid kan worden. Ook hier spelen haatgevoelens een rol, hoewel haat en liefde in de tekst een zekere inwisselbaarheid verkrijgen. De inwisselbaarheid duidt op een abstract motief in Onze oom, waarin antithetische relaties op basis van uiteenlopende analogieën opgeheven worden: terrorist en terrorismebestrijder, deel en tegendeel blijken in essentie verregaand overeen te komen. Deze thematiek ondermijnt een al te eenduidige lezing van de tekst, een dynamiek die wordt versterkt door het pluriforme karakter van het gehanteerde meervoudig personale perspectief.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent535683
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleGeen jamben, maar uitroeptekens! De representatie van de terrorist in Het aapje dat geluk pakt en Onze oom
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuNederlandse taal en cultuur (deeltijd)


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record