Het effect van ouderlijke scheiding op internaliserende problemen bij adolescenten, met de emotionele band met moeder en emotionele band met vader als moderatoren

Abstract

Ondanks een wetsverandering in 2009 die het kind bij ouderlijke scheiding op de eerste plaats stelt, zijn negatieve effecten voor scheidingskinderen een groeiend probleem. Huidig onderzoek richt zich op de vraag of ouderlijke scheiding een voorspeller is voor internaliserende problemen, met de emotionele banden met ouders apart als moderatoren. Data werden verkregen van het TRAILS (TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey) onderzoek, gestart in 2001. Er participeerden 2230 adolescenten (49.2% jongens) met een gemiddelde leeftijd van 11 jaar. Middels vragenlijsten werden de variabelen uitgevraagd op drie meetmomenten (T1, T2 en T3). Een multipele lineaire regressie analyse toonde een verband aan tussen ouderlijke scheiding en internaliserende problemen in de vroege adolescentie (T2). Daarnaast werd een interactie-effect gevonden voor ouderlijke scheiding en emotionele band met vader op internaliserende problemen in de midden adolescentie (T3). Adolescenten met gescheiden ouders vertoonden meer, in plaats van minder, internaliserende problemen, wanneer de emotionele band met de vader als goed werd ervaren. Een direct verband van de emotionele band van ouders apart op internaliserende problemen werd niet aangetoond. Huidige studie biedt inzicht in het verloop van internaliserende problemen in de adolescentie, als gevolg van ouderlijke scheiding, en de unieke rol die de emotionele band met vader daarin speelt.