Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVan den Hoven van Genderen, Bram
dc.contributor.authorKorsten, J.A.J.
dc.date.accessioned2018-08-29T17:00:45Z
dc.date.available2018-08-29T17:00:45Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/30748
dc.description.abstractVoor mijn bachelor scriptie heb ik de these die Gerish en Christie voorleggen in hun artikel ‘parallel preachings: Urban II and al-Sulami’ getoetst. Gerish en Christie stellen in dit artikel dat de uiteenzettingen van Urbanus en al-Sulami ‘cross-cultural medieval attitudes towards holy war’ suggereren. Urbanus staat bekend als de prediker van de Eerste Kruistocht (1096-1099) en al-Sulami predikte in reactie op deze kruistocht met een oproep tot jihad tegen de Franken die hij identificeerde als participerende in een jihad. Gerish en Christie stellen nu dat er bepaalde basisideeën lijken zijn over heilige oorlog die kenmerkend waren voor een gedeelde middeleeuwse mentaliteit. In deze bachelor scriptie toets ik de these van Gerish en Christie aan de hand van Bernardus van Clairvaux en Ibn Asakir. Bernardus van Clairvaux staat bekend als de belangrijkste prediker van de Tweede Kruistocht en Ibn Asakir is door o.a. Suleiman Mourad en James Lindsay geïdentificeerd als belangrijke propagandist van Nur ad-Din. Nur ad-Din zet Ibn Asakir aan tot het schrijven van de al-Arbaʿūn ḥadīthan fī al-ḥathth ʿalā al-jihād (veertig hadiths ter promotie en aanwakkering van jihad). Van Ibn Asakir onderzoek ik deze tekst terwijl ik van Bernardus de brieven onderzoek die hij schreef over het ten kruistocht trekken. Aan de hand van de primaire bronnen van Asakir en Bernardus toets ik of er bepaalde basisideeën zijn die gemeenschappelijk waren voor de middeleeuwse mentaliteit. Dit doe ik door allereerst kritisch te kijken naar het artikel van Gerish en Christie, waaruit ik de basisideeën haal die zij zien als gemeenschappelijk voor zowel al-Sulami’s theologische traditie als voor die van Urbanus. Zo stellen zij dat het doel van al-Sulami en Urbanus identiek zijn: beiden doen een oproep tot het voeren van een heilige oorlog tegen mensen van een ander geloof, beiden benadrukken de defensieve aard van heilige oorlog, zowel al-Sulami als Urbanus portretteren hun vijanden als vijanden van het geloof, zowel al-Sulami als Urbanus zien Jeruzalem als van groot belang, beiden benadrukken de beloningen die de participanten in heilige oorlog tegemoetkomt en zowel al-Sulami als Urbanus zien samenwerking met medereligieuzen als cruciaal voor het slagen van heilige oorlog. Vervolgens onderzoek ik de verschillende theologische tradities waaruit de christelijke visies ten opzichte van heilige oorlog en de islamitische doctrine van jihad voortkomen. Hierna kijk ik naar Bernardus en Asakir en onderzoek hun achtergrond en hun visies ten opzichte van geweld. Voor Bernardus is hierbij zijn De laude novae militiae (een lofzang op de ridderorde van de Tempeliers) van belang. Hierin verdedigt hij de tempeliers en rechtvaardigt hij hun geweld door te benadrukken dat het strijders zijn die vechten in de naam van God. Het vechten van christenen onder elkaar verafschuwt Bernardus en hij roept christenen daarom op om te participeren in de Tweede Kruistocht en te vechten in de naam van God. Voor Ibn Asakir is Nur ad-Din, een belangrijk heerser van Turkse afkomst afkomstig uit de Zengi dynastie en atabeg (gouverneur) van Syrië, van groot belang. Nur ad-Din draagt Asakir op om veertg hadiths te schrijven die duidelijk te begrijpen zijn en kunnen worden gebruikt om Nur ad-Din’s onderdanen aan te zetten tot het voeren van jihad. In mijn laatste hoofdstuk analyseer ik de gemeenschappelijke ideeën die Gerish en Christie ten opzichte van heilige oorlog aan de hand van de stukken van Asakir en Bernardus. In veel gevallen lijken deze ideeën aan de hand van mijn analyse stand te houden, hoewel ik wel meer aandacht vestig op (nuance)verschillen die er binnen deze overeenkomsten te onderscheiden zijn. Een belangrijk verschil dat ik echter concludeer is het verschil tussen de nadruk die Asakir legt op jihad als goddelijke plicht en de nadruk die Bernardus legt op de unieke kans die God schenkt aan mensen die zouden participeren in de Tweede Kruistocht. Het eerste een voortdurende plicht, het tweede een unieke kans.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent220395
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titleDe Tweede Kruistocht en de ‘Counter-Crusade’: het prediken van kans versus plicht.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuHistory


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record