| dc.description.abstract | Het Nederlandse winkellandschap kent van oudsher een fijnmazig en hiërarchische winkelstructuur. Gebaseerd op de Centrale Plaatsentheorie heeft elke plaats zijn eigen winkelbestand, waarvan de grootte word bepaald door de omvang en reikwijdte van de woonplaats. Deze structuur staat echter onder druk door de afnemende vraag naar fysieke detailhandel. Over het algemeen is de verwachting dat dit slinkende draagvlak voor fysieke detailhandel vooral de winkelgebieden van dorpen en kleine- en middelgrote steden zal raken en deze plaatsen voor een belangrijk deel hun winkelbestand zullen verliezen. Centrale grote, en vooral binnenstedelijke, winkelgebieden zullen het beter doen en naar verwachting juist meer detailhandelsactiviteiten naar zich toe trekken. In de praktijk blijkt deze voorspelling te simplistisch. Onderzoek toont aan dat in de periferie van Nederland juist de grote kernsteden een relatief hoge winkelleegstand kennen. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid een negatieve invloed op de aantrekkelijkheid van deze binnenstedelijke winkelgebieden. Mogelijk kan ook de regionale positie die ze van oudsher bekleden onder druk komen te staan.
In de perifere regio Twente is een dergelijke ontwikkeling duidelijk zichtbaar. Hier kampen de drie binnenstedelijke winkelgebieden van de regio, Almelo, Hengelo en Enschede, met een hogere winkelleegstand dan de (meeste) andere gemeenten. Deze masterproef toont, op basis van de ontwikkelingen in het winkellandschap en het ruimtelijke consumentengedrag in deze regio, aan dat de hiërarchie van het winkellandschap hier inderdaad aan het veranderen is. Feitelijk is er nog maar plaats voor een enkel regionaal winkelgebied in een geografische kleine regio als Twente. Het empirische onderzoek analyseert vervolgens in hoeverre het regionale en lokale beleid rondom deze drie binnenstedelijke winkelgebieden inspeelt op deze veranderingen in de structuur.
Wat blijkt is dat het de overheden in Twente zich wel bewust zijn van de ontwikkelingen en verschuivingen in het Twentse winkellandschap maar dat het beleid in de praktijk over het algemeen hier nog niet op aansluit. Vanuit de provincie en het regionale samenwerkingsverband Netwerkstad Twente ziet men graag dat alle drie de kernsteden hun regionale positie behouden. Alle drie de steden zelf tonen ook de ambitie om een regionaal centrum te blijven. Enschede is echter de enige kernstad die daadwerkelijk ook een regionale betekenis behoudt wat betreft zijn detailhandel functie. De van oudsher hiërarchische winkelstructuur is daarmee nog wel relevant in Twente, al is die grover geworden en is het aantal regionale centra afgenomen. | |
