Het effect van het onderbuikgevoel en argumentsterkte op waargenomen argumentsterkte

Abstract

Door de groeiende populatie neemt het aantal monden dat gevoed moet worden toe. Hierdoor wordt voedsel een schaarser product. Oplossingen hiervoor zijn het kweken en consumeren van insecten en het meer consumeren van soja- en groenteproducten (Schlösler, De Boer & Boersema, 2012). In deze studie is de invloed van het onderbuikgevoel en argumentsterkte op waargenomen argumentsterkte onderzocht. Onderbuikgevoelens zijn irrationeel, onbewust en ongereflecteerd (Roeser, 2010). Specifiek is dit onderzocht voor een insectenburger en een groenteburger. De besproken literatuur toont aan dat wanneer iemand ongemotiveerd is, hij of zij argumenten meer zal beoordelen op het onderbuikgevoel dan door kritisch te verwerken. Ook zou het zo zijn dat men de kwaliteit van argumenten die het onderbuikgevoel bevestigen hoger inschatten dan argumenten die het onderbuikgevoel niet bevestigen. In huidig onderzoek is een experiment uitgevoerd waarin de argumentsterkte is gemanipuleerd en het onderbuikgevoel is gemeten om zo een beeld te krijgen van de invloed die deze twee factoren hebben op waargenomen argumentsterkte. Huidig onderzoek ondersteunt de besproken literatuur echter vrijwel niet. Uit huidig onderzoek blijkt wel dat er een hoofdeffect van argumentsterkte op waargenomen argumentsterkte is. Dit liet zien dat in dit specifieke geval sterke argumenten daadwerkelijk als sterker worden waargenomen en zwakke argumenten daadwerkelijk als zwakker worden waargenomen. Concluderend, heeft dit onderzoek duidelijk gemaakt dat het onderbuikgevoel geen invloed hoeft te hebben op de waargenomen argumentsterkte, maar de argumentsterkte wel invloed kan hebben op de waargenomen argumentsterkte bij persuasieve teksten over duurzame producten.