Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorPhilips, Dr. J.P.M.
dc.contributor.authorDussen, J.H. van der
dc.date.accessioned2015-11-19T18:00:43Z
dc.date.available2015-11-19T18:00:43Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/29877
dc.description.abstractAbstract In deze scriptie wordt het bestaansrecht onderzocht van de vrijheidsopvatting van de republikein Philip Pettit. Naast de bestaande concepten van negatieve en positieve vrijheid, de eerste getypeerd door vrijheid van handelen zonder belemmeringen, de tweede door autonomie, introduceert Pettit een vrijheidsopvatting waarbij een persoon vrij is als hij niet afhankelijk is van willekeurig handelen – zoals een slaaf afhankelijk is van de willekeur van zijn meester. Zijn vrijheidsconcept is negatief in de zin dat het getypeerd wordt door de afwezigheid van de mogelijkheid van willekeurig handelen. Het is een sociaal en politiek ideaal dat door de staat bevorderd moet worden. Dit kan op verschillende manieren: vrijheid kan vergroot worden door op meer punten vrij te worden met beperkte garanties óf door meer garantie te bieden waarbij op minder punten vrijheid genoten wordt. Veel vrijheid en veel garanties is geen optie omdat elke garantie obstakels opwerpt waardoor negatieve vrijheid beperkt wordt. Gezocht moet worden naar een goede balans. Een combinatie van weinig garanties met veel vrijheid, een staat die libertariërs zich kunnen wensen, wijst hij af. Als dit echter de beste combinatie zou blijken te zijn is de manier waarop Pettit daarmee omgaat een toetssteen voor zijn opvatting. Na een beschrijving van de posities van Philip Pettit en van de libertariër Jan Narveson wordt Pettit door de laatste ondervraagd in een gefingeerde dialoog. De punten die daarbij aan de orde komen zijn speerpunten voor Narveson, namelijk een minimale staat die als taken heeft het garanderen van persoonlijke veiligheid en van bescherming van privébezit. Pettit blijkt geen argumenten te hebben voor de afwijzing van een minimale staat en moet erkennen dat binnen zo’n staat voldoende persoonlijke veiligheid geboden kan worden. Volledige bescherming van privébezit kan hij echter afwijzen met een op zijn theorie gebaseerd argument. Hierdoor kan zijn vrijheidsconcept gezien worden als een betekenisvolle toevoeging aan de reeds bestaande opvattingen van vrijheid.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent242787
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titleRepublicanisme en libertarisme water en vuur?
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsrepublicanisme, libertarisme, vrijheid, staatsvorm
dc.subject.courseuuWijsbegeerte


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record