Klemtoonperceptie van kinderen met dyslexie

Abstract

In dit onderzoek is onderzoek gedaan naar spraakperceptie, en specifiek klemtoonperceptie, van kinderen met dyslexie. Veel onderzoek is er al gedaan naar de toonhoogteperceptie van kinderen met dyslexie, dit omdat toonhoogte een onderdeel is van klemtoon. Dyslectici blijken een andere klankperceptie te hebben en het vermoeden bestaat dat zij ook een andere klemtoonperceptie hebben ten opzichte van niet-dyslectici. Klemtoon wordt in het Nederlands bepaald door toonhoogte en de duur van een syllabe. In eerdere onderzoeken werden geen gebruik gemaakt van natuurlijke taal. In dit eindwerkstuk werd onderzocht of er een verschil is tussen de toonhoogteperceptie van kinderen met dyslexie en kinderen zonder dyslexie om vast te stellen of dyslectici een andere spraakperceptie hebben ten opzichte van niet dyslectici. Dit is gedaan door kinderen van 13 jaar oud een same-different experiment te laten uitvoeren. In dit experiment werd gebruik gemaakt van pseudowoorden van twee syllaben die gemanipuleerd werden door het aantal Herz van de eerste syllabe te verhogen, zodat er uiteindelijk elf condities ontstonden van 20 Hz – 120 Hz. Er bleek geen significant verschil in toonhoogteperceptie te zijn tussen de twee groepen en er kan niet geconcludeerd worden dat dyslectici een slechtere klemtoonperceptie hebben dan niet-dyslectici. In this thesis I have researched speech perception of children with dyslexia, specifically focusing on their stress perception. Since pitch is a vital part of stress, many studies have researched pitch perception of children with dyslexia. These studies have shown that children with dyslexia perceive pitch differently. They are also believed to perceive stress differently from non-dyslexics. Syllable stress in Dutch is determined by its pitch and duration. As opposed to previous studies, in my thesis I have used natural language to research whether there is a difference in the perception of pitch between dyslexics and non-dyslexics and whether a difference in speech perception between the two groups exists. A same-different task was developed which was carried out by thirteen-year-old children. In this experiment two syllable nonwords were used which were manipulated by increasing the amount of Herz of the first syllable of these words. This resulted in eleven conditions ranging from 20 Hz to 120 Hz. No significant results in pitch perception have been found and therefore I cannot conclude that there is a difference in pitch perception between dyslexics and the non- dyslexics.