Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorExterne beoordelaar - External assesor,
dc.contributor.authorLuimes, Ramoeni
dc.date.accessioned2021-12-15T00:00:18Z
dc.date.available2021-12-15T00:00:18Z
dc.date.issued2021
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/292
dc.description.abstractIn de melkveehouderij zijn weilanden gedomineerd door Engels raaigras zeer effectief geweest in het leveren van voldoende voedsel waardoor meer koeien konden worden gehouden worden op minder land. Echter, na enkele decennia blijkt dat er afruil plaatsvindt tussen biomassaproductie en de levering van andere ecosysteemdiensten. Het verhogen van de plantendiversiteit in weilanden kan zorgen voor een stabieler en veerkrachtiger ecosysteem. Het bevorderen van kruidenrijkdom door kruiden door- of in te zaaien in weilanden kan hieraan bijdragen, maar blijkt moeilijk te realiseren op veen door de van nature lage pH. Het doel van dit onderzoek was om voor het westelijk veenweidegebied te evalueren in hoeverre verschillende zaaimethoden en beheerpraktijken de kruidenrijkdom van weilanden kunnen bevorderen en wat de effecten zijn van zaaimethoden en variatie in kruidenrijkdom op de levering van specifieke ecosysteemdiensten. In dit onderzoek werd de kruidenrijkdom in door- en inzaaipercelen vergeleken met niet ingezaaide referentiepercelen op biologische en gangbare melkveehouderijen die hun percelen verschillend bemestten. Verder werden de effecten van kruidenrijkdom en zaaimethoden op bodemkwaliteit, voederwaarde en habitatvoorziening voor insecten onderzocht. Uit de resultaten blijkt dat het inzaaien met kruiden op zand-, klei- en klei op veengronden de kruidenrijkdom in percelen bevorderde, hoewel deze zaaimethode ook resulteerde in een lagere bodemkwaliteit dan na doorzaaien. Het doorzaaien met kruiden in percelen had geen negatief effect op de bodemkwaliteit, maar leidde ook tot een lagere vestiging van kruiden dan na inzaaien en vereist daarom een langere adem. Ondanks de uitdagingen van beide zaaimethoden biedt het aanpassen van beheerpraktijken, zoals een lagere mestgift, perspectief om de vestiging van kruiden te verbeteren. De gevonden hogere kruidenrijkdom in slootranden suggereert dat niet alleen de perceelkeuze essentieel is om de kruidenrijkdom te bevorderen, maar dat ook de zaailocatie binnen het perceel een rol speelt. Dit resultaat kan deels verklaard worden doordat slootranden vaak minder of niet bemest worden. In tegenstelling tot eerder onderzoek naar het effect van bemesting op het bevorderen van kruidenrijkdom in weilanden kon uit deze studie geen conclusie worden getrokken over dit thema door een te grote variatie in bemestingsstrategieën. Wel bleek dat kruidensoorten zich het meest vestigden in percelen met een lage mestgift. Daarnaast werden veredelde en niet-inheemse soorten uit gebruikte mengsels weinig tot niet teruggevonden en wordt daarom aanbevolen om alleen inheemse soorten te zaaien. Verder bleek dat een hogere kruidenrijkdom gekoppeld was aan hogere Calcium-, Borium-, en Magnesiumconcentraties, zonder dat de VEM (Voeder Eenheid Melk) daalde, waarmee de voederwaarde van de drogestofopbrengst steeg. Er is echter wel bekend dat een kruidenrijk grasland ook minder droge stof produceert dan een grasland gedomineerd door Engels raaigras. In tegenstelling tot andere studies, ondersteunden resultaten in dit onderzoeksgebied niet dat een hogere kruidenrijkdom de bodemkwaliteit en habitatvoorziening voor insecten verbeterde. Dit kan betekenen dat er meer tijd nodig is om de mogelijke effecten van kruidenrijkdom op deze ecosysteemdiensten te kunnen meten. Kortom, het bevorderen van kruidenrijkdom in weilanden heeft voor- en nadelen en de meest geschikte zaaimethode hangt af van de ecosysteemdiensten die de veehouder wil verbeteren. Verder kunnen aangepaste beheerpraktijken, zoals een lagere mestgift, bijdragen aan het verhogen van de plantendiversiteit in veenweides. Dit rapport biedt handvaten voor het bevorderen en monitoren van kruiden in weilanden in de toekomst. Daarnaast kan het veehouders motiveren om samen met Wij.land kruiden te zaaien in hun weilanden.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectHet doel van dit onderzoek was om voor het westelijk veenweidegebied te evalueren in hoeverre verschillende zaaimethoden en beheerpraktijken de kruidenrijkdom van weilanden kunnen bevorderen en wat de effecten zijn van zaaimethoden en variatie in kruidenrijkdom op de levering van specifieke ecosysteemdiensten.
dc.titleHet bevorderen van kruidenrijkdom in het westelijk veenweidegebied
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordskruidenrijk grasland; grasland; biodiversiteit; kruiden; bodemkwaliteit; voederwaarde; habitatvoorziening; melkveehouderij; biologisch; gangbaar
dc.subject.courseuuEnvironmental Biology
dc.thesis.id1071


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record