Het tuinmodel: een interventie om psychologische basisbehoeften, bevlogenheid en werk- privéharmonie te beïnvloeden

Abstract

In dit onderzoek is met een interventie getracht de vervulling van de psychologische basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie positief te beïnvloeden en op die manier de bevlogenheid van werknemers te verhogen. Uit eerder onderzoek bleek dat het vervullen van de psychologische basisbehoeften een positieve relatie heeft met bevlogenheid en in dit onderzoek wordt deze relatie ook onderzocht. Daarnaast wordt in dit onderzoek de nieuwe relatie onderzocht tussen de interventie en de vervulling van de psychologische basisbehoeften. Naast de relatie tussen bevlogenheid en het vervullen van de psychologische basisbehoeften wordt ook de relatie tussen bevlogenheid en harmonie thuis en op het werk onderzocht: werk-privé harmonie. In deze relatie wordt de verwachting van de werknemers over het effect van de interventie op werk-privé harmonie gemeten. De deelnemers hebben twee keer een vragenlijst ingevuld voor de interventie in december 2014 en na de interventie in mei 2015. De drie interventiegroepen correspondeerden met de werknemers van drie verschillende vakantieparken in Nederland. De interventie is op park 1 aan alleen het management aangeboden en werknemers kregen informatie over de inhoud, van het management (management plus). Op park 2 is de interventie alleen aan het management gegeven (management) en op park 3 aan het management en alle werknemers (management totaal). De interventie, genaamd het “tuinmodel”, geeft psycho-educatie over grenzen tussen personen en functies, basale normen en waarden en communicatieve vaardigheden en kan preventief en curatief worden ingezet. De interventie werd hier toegepast op de werkvloer maar kan gelijkwaardig worden toegepast in de thuissituatie. Op het tweede tijdstip van het onderzoek bleek er een grotere vervulling van de psychologische basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie te zijn bij de deelnemers. Er was geen verschil in bevlogenheid, men was voor de interventie al zeer bevlogen en er lijkt sprake van een plafondeffect. Retrospectief ervoeren de deelnemers wel een verschil in bevlogenheid. Daarnaast verwacht men een licht positief resultaat van de interventie op de harmonie thuis en op het werk. Deze laatste twee verdienen nader onderzoek. De verschillen varieerden niet over de drie verschillende interventie groepen. Verder repliceert dit onderzoek de positieve samenhang tussen het vervullen van de psychologische basisbehoeften en bevlogenheid.