Beter lezen door vrij lezen? Een onderzoek naar de relatie tussen vrij lezen en leesvaardigheid (tekstbegrip) in de brugklas van het havo/vwo

Abstract

In deze studie is de relatie onderzocht tussen de frequentie van vrij lezen en tekstbegrip. Er is in dit onderzoek zowel gekeken naar het effect van vrij lezen buiten school als op school. Gedurende een klein schooljaar is een groep brugklassers van het havo/vwo gevraagd hun leesfrequentie bij te houden met behulp van een leesdagboek. Leesvaardigheid is gemeten aan de hand van twee verschillende tekstbegriptoetsen, deze werden op verschillende momenten in het jaar afgenomen om de ontwikkeling van de leerling te volgen. De resultaten laten zien dat er sprake is van een ontlezing; brugklassers gaan gedurende het jaar minder lezen. Daarnaast blijkt dat de leesfrequentie een significante voorspeller is voor een betere leesvaardigheid. Resultaten laten zien dat leerlingen die veel lezen in hun vrije tijd hoger scoren op leesvaardigheid, dan leerlingen die minder vaak lezen. Bovendien toont deze studie aan dat de afname in leesfrequentie gecorreleerd is met de ontwikkeling in leesvaardigheid; leerlingen die gedurende het onderzoeksjaar meer dan gemiddeld lezen in hun vrije tijd, zijn leesvaardiger. Wel blijkt dat er significante verschillen zijn tussen leerlingen. Hierdoor varieert de afname sterk. Naast de invloed van de frequentie van het buitenschools lezen op tekstbegrip is ook de invloed van vrij lezen op school onderzocht. Ook hieruit blijkt: kinderen die op school lezen, worden betere lezers. Een leesbevorderingsprogramma invoeren op school zou de leesprestatie dus positief kunnen beïnvloeden.