Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorMalcontent, Peter
dc.contributor.authorLaar, F.E.N. van
dc.date.accessioned2018-06-01T17:01:06Z
dc.date.available2018-06-01T17:01:06Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/29086
dc.description.abstractSinds Jimmy Carter in 1977 heeft elke Amerikaanse president in meer of mindere mate de mensenrechten opgenomen in het buitenlandbeleid. Tijdens de Koude Oorlog kregen de mensenrechten of maar beperkte aandacht in het buitenlandbeleid, of ze stonden zelfs in dienst van de veiligheidsdreiging. De onbedreigde jaren negentig die volgden, leidde tot een verandering in het Amerikaanse beleid en een enorme ontwikkeling van het internationale mensenrechtenregime. Met de aanslagen van 11 september 2001 werden de Verenigde Staten voor het eerst sinds de Koude Oorlog geconfronteerd met een significante veiligheidsdreiging. De hoofdvraag die in dit eindwerkstuk centraal staat is dan ook welke rol de mensenrechten kregen in het Amerikaanse buitenlandbeleid na de aanslagen van 11 september 2001 tijdens de presidentschappen van George W. Bush en Barack Obama. De beantwoording van deze vraag levert een bijdrage aan het debat over het Amerikaans exceptionalisme. Binnen een gecombineerd kader van het culturele-identiteit niveau en het praktisch-gedrag niveau van het Amerikaans exceptionalisme, worden in twee cases de relevante speeches ter hand genomen van Bush en Obama. De case van Bush loopt van de aanslagen van 11 september 2001 tot aan de inval in Irak in maart 2003. De case van Obama loopt vanaf zijn aantreden tot aan het ingrijpen in Libië in maart 2011. In combinatie met literatuuronderzoek beargumenteert dit eindwerkstuk dat onder invloed van de Amerikaans exceptionalistische identiteit, Bush de mensenrechten koppelde aan de veiligheidsdreiging, wat leidde tot een instrumenteel gebruik van de mensenrechten en een unilateraal beleid. In tegenstelling tot Bush, bracht Obama’s gematigde interpretatie van de Amerikaans exceptionalistische identiteit een pragmatische insteek van het buitenlandbeleid, waarin er ruimte was voor de mensenrechten en een multilaterale houding. Hoewel dit soms tot inconsequent en hypocriet beleid leidde, lijkt Obama’s insteek beter te zijn voor de ontwikkeling van het internationale mensenrechtenregime.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent430871
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleAmerikaans exceptionalisme en de mensenrechten na 9/11: De mensenrechten in het buitenlandbeleid van George W. Bush en Barack Obama bezien vanuit het Amerikaans exceptionalisme
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsMensenrechten, Bush, Obama, Amerikaans Exceptionalisme, American Exceptionalism, veiligheidsdreiging
dc.subject.courseuuLiberal Arts and Sciences


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record