Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorLelieveldt, dr. P.
dc.contributor.authorMulder, M.H.
dc.date.accessioned2018-05-11T17:01:03Z
dc.date.available2018-05-11T17:01:03Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/29026
dc.description.abstractIn dit onderzoek vertellen strijkkwartetmusici hoe zij de Nederlandse arbeidsmarkt voor strijkkwartetten ervaren. Om een antwoord te kunnen formuleren op de hoofdvraag is een theoretisch kader geschetst over de wijze waarop de arbeidsmarkt is vormgegeven en over de wijze waarop er naar het kunstenaarschap wordt gekeken aan de hand van theorieën over het ideaal van de Bohémien. Binnen dit onderzoek neemt het onderzoek naar artistieke arbeidsmarkten van Hans Abbing, Teunis IJdens, Merijn Rengers en Ruth Towse een leidende rol in. Daarnaast bevat dit onderzoek een bespreking over het Nederlandse kamermuziekveld, waarin een achtergrond wordt gegeven van instellingen en organisaties die een rol spelen voor Nederlandse strijkkwartetten. Ten slotte hebben gesprekken plaatsgevonden met musici van zes verschillende strijkkwartetten. Aan de hand van een aantal kernthema’s zijn de interviews met de musici geanalyseerd. De kernthema’s die in de analyse naar voren zijn gekomen zijn: vorming (1), relaties in het kamermuziekveld (2), inkomenspositie (3), sponsoring en vriendenstichting (4), de rol van media (5), werktevredenheid (6) en romantisch beeld: roeping of werk? (7). In de gesprekken met de musici praten de strijkkwartetleden gepassioneerd over hun beroep. Dit komt overeenkomt met de theorieën van IJdens en Abbing over het ideaal van de Bohémien. De musici geven invulling aan hun leven door het maken van muziek; het maken van muziek en het geven van concerten geeft de musici veel voldoening en subjectief welbevinden. Strijkkwartetten maken actief gebruik van de mogelijkheid om op landelijk of gemeentelijke niveau financiële ondersteuning te krijgen voor vernieuwende projecten. Wel blijkt dat er in de programmering van VSCD podia weinig ruimte is voor moderne en hedendaagse muziek. In een nader onderzoek zou moeten worden onderzocht of de vernieuwende en gesubsidieerde projecten in voldoende mate kunnen worden afgezet op de Nederlandse podia. Uit de scan van de kamermuziekmarkt en de interviews zijn een aantal knelpunten naar voren gekomen die negentien jaar geleden ook werden geconstateerd in het rapport van Lelieveldt en Tichelaar Strijkkwartetten in Nederland, de marktpositie van het Schönberg Kwartet en het Mondriaan Kwartet (1999). Zowel in de gesprekken met de musici als in mijn steekproef naar de programmering van podia komt naar voren dat de grotere VSCD podia weinig ruimte bieden aan Nederlandse strijkkwartetten en met name bekende buitenlandse kwartetten uitnodigen. Tegelijkertijd blijkt er sprake van een glazen plafond in de uitkoopsommen voor Nederlandse strijkkwartetten. Geen van de kwartetten verdient in Nederland meer dan 4000 euro voor een concert (in 1999 was dit 4000 gulden). Er lijkt sprake van een scheve verdeling in inkomsten tussen buitenlandse en Nederlandse kwartetten, waarbij de uitkoopsommen voor buitenlandse kwartetten op grotere podia de helft tot twee keer zo hoog is als die van de geïnterviewde kwartetten. Ook lijkt er een prijsdrukkende werking uit te gaan van het optreden van jonge Nederlandse kwartetten op kleinschalige podia, waar gages rond 1000 euro worden betaald. Dit neemt niet weg dat de kwartetten soms best bereid zijn iets minder gage te accepteren, bijvoorbeeld als het om charitatieve doelen gaat. Bovendien blijken subsidies onmisbaar, tenzij de leden een lage levenstandaard accepteren. Zonder subsidies is het lastig om een redelijk inkomen te verwerven of zich volledig te wijden aan het kwartetspel. Een zoektocht naar alternatieve financieringsmogelijkheden levert weinig op volgens de ondervraagde musici, mede omdat private financiers het vaak niet aandurven zich te binden aan strijkkwartetten. Als het al lukt een externe financier te vinden, is het eerder een kwestie van geluk of het hebben van de juiste (familie)connecties. Geconcludeerd kan worden dat de musici tevreden met het uitoefenen van hun beroep. Het maken van muziek geeft hen veel voldoening. Een kwartetmusicus vertelt: “het geven van een mooi concert en dat iedereen laaiend enthousiast is… dan denk je: daar doe ik het voor. Dan kun je ineens al je sores met de financiën vergeten.” Tegelijkertijd zorgen de randvoorwaarden – met name de financieringsmogelijkheden en afzetmogelijkheden voor projecten – voor een permanent onzeker arbeidsklimaat voor de kwartetleden. Gezien de ruime aandacht voor strijkkwartetten in Nederland en de vele initiatieven die in het veld worden genomen is dit opvallend te noemen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isonl
dc.titleOpkomen, buigen en spelen: een onderzoek naar de ervaringen van Nederlandse strijkkwartetten op de Nederlandse arbeidsmarkt
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsKlassieke musici; strijkkwartet; artistieke arbeidsmarkt; carrière kunstenaars; subsidie; voldoening; uitkoopsom
dc.subject.courseuuKunstbeleid en -management


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record