Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVan den Hoven van Genderen, Bram
dc.contributor.authorWijnia, H.J.
dc.date.accessioned2018-04-22T17:00:46Z
dc.date.available2018-04-22T17:00:46Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/28961
dc.description.abstractIn deze scriptie wordt de vraag beantwoord hoe de Descriptio van Buchelius gekarakteriseerd kan worden en wat de onderwerpkeuze zegt over zijn intenties met dit werk. In dit eerste deel van de Commentarius deed hij humanistisch onderzoek. Hierbij verzamelde en bestudeerde hij oude bronnen waarin Utrecht besproken werd en maakte per bron een afweging van de mate van betrouwbaarheid. Ten eerste blijkt uit een vergelijkend onderzoek tussen de Descriptio en het genre van de laus urbis, het stedenlof, dat Buchelius zich tot op zekere hoogte heeft laten inspireren door dit oude genre. Aan dit genre waren bepaalde kenmerken en principes verbonden die de schrijver aan moest stippen, schrijft Eddy Verbaan in Woonplaats van de faam. Grondslagen van de zeventiende-eeuwse stadsbeschrijvingen in de Republiek. Die kenmerken en principes komen voor een deel naar voren in de Descriptio. Daarentegen vallen veel verschillen op. De Descriptio is in tegenstelling tot de meeste stedendichten in het Latijn en in proza geschreven. Ook beschrijft hij negatieve ontwikkelingen. Een ander groot verschil is de aandacht voor de gebouwen van de stad. Buchelius heeft zich kortom op bepaalde punten zeker laten inspireren door het stedenlof, maar er zijn te veel verschillen om de Descriptio een laus urbis te kunnen noemen. Buchelius vormde het genre naar zijn eigen bedoelingen. Ten tweede blijkt dat deze bedoelingen van de auteur te herleiden zijn uit zijn onderwerpkeuze. Bij de analyse valt op dat er twee onderwerpen zijn waar Buchelius veel aandacht aan besteedt. Dit is als eerste de adel, waarvan hij de aanwezigheid in kerken en gebouwen beschrijft. In dit geval gaat het meestal om afbeeldingen van hun familiewapens. Daarnaast schrijft hij ook over de geschiedenis van sommige adellijke families. Deze ‘obsessie’ met de adel komt waarschijnlijk voort door zijn eigen connecties met de adel. Buchelius had de drang in deze kring opgenomen te worden, ondanks dat hij officieel niet van adel was, maar volgens eigen zeggen wel de juiste mentaliteit had. Het tweede belangrijke onderwerp is de beschrijving van de onderwerpen die iets met de kerk te maken hebben. Hieronder vallen diverse dingen, maar het belangrijkste voor Buchelius waren de bouwhistorische en fysieke kenmerken van verschillende kerken. Hij zag deze gebouwen als bewaarders van de geschiedenis van Utrecht. Deze werden echter bedreigd door de Reformatie en de Opstand. Deze twee onderwerpen maken duidelijk dat Buchelius zich geroepen voelde het grootse verleden van zijn stad vast te leggen in de Descriptio. Door de recente onrust dreigden veel overblijfselen van dit verleden verloren te gaan. Buchelius noteerde de overblijfselen, en probeerde daarmee tegelijkertijd de lezer op te roepen dit niet langer zo door te laten gaan.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent579167
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe Descriptio van Buchelius – testament van het Utrechtse verleden
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsBuchelius, Descriptio, Antiquaar, stedenlof, historiografie Utrecht
dc.subject.courseuuGeschiedenis


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record