Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorMalcontent, Peter
dc.contributor.authorSchuurmans, I.T.M.
dc.date.accessioned2018-03-05T18:01:30Z
dc.date.available2018-03-05T18:01:30Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/28788
dc.description.abstractNederland wordt wereldwijd geroemd om haar intensieve mensenrechtenbeleid, maar verschillende critici vragen zich af of dit nog wel terecht is. Sinds de toegenomen internationale samenwerking, na het einde van de Koude Oorlog, zou Nederland minder uitgesproken zijn geworden op het gebied van de mensenrechten. Om dit te onderzoeken is een vergelijking gemaakt tussen mensenrechtenproblematiek rond 1980 – een belangrijke periode in de Nederlandse mensenrechtengeschiedenis door het opstellen van de mensenrechtennota. En, meer recent mensenrechtenschendingen vandaag de dag. Om de situatie te vergelijken is ervoor gekozen om de Nederlandse politieke inzet te onderzoeken rondom wereldsportevenementen: het Wereldkampioenschap (WK) Voetbal en de Olympische Spelen. Respectievelijk is gekozen voor het WK Argentinië (1978), de Spelen in de toenmalige Sovjet-Unie (1980), de Spelen in China (2008) en de nog te komen voetbalkampioenschappen in Qatar (2022). In het onderzoek is zowel gekeken naar de publieke als de politieke debatten. Hieruit komt naar voren dat hoewel mensenrechten een actueel thema waren binnen de politiek, in aanloop naar het WK (1978) het argument bleef klinken dat sport en politiek gescheiden moesten blijven. Deze visie veranderde gedeeltelijk op het moment dat de Olympische Spelen in Moskou (1980) zouden plaatsvinden ten tijde van de Koude Oorlog. De inval in Afghanistan door de Sovjet-Unie had hier ook een invloed op. De twee belangrijkste zaken die in de politiek werden besproken waren achtereenvolgens: de scheiding tussen sport en politiek en vervolgens het pleiten voor wel of geen boycot van de Spelen. Sport en politiek bleven niet langer gescheiden. Zoals ook blijkt uit de debatten rondom het WK 2022 en de Spelen in 2008, werd niet langer getracht een scheiding aan te houden tussen sport en politiek. Sport werd steeds meer gezien als een onderdeel van de maatschappij en daarmee ook een onderwerp dat de politiek aangaat. De politieke instrumenten om mensenrechtenschendingen aan te kaarten zijn mede daardoor in de afgelopen jaren uitgebreid. Waar eerst een boycot het enige middel leek, wordt nu steeds meer gebruik gemaakt van dialoog, economische sancties en andere vormen van soft power. Hoewel het klopt dat Nederland steeds meer op multilateraal niveau inzet voor de mensenrechten, is de Nederlandse regering ook nog steeds op bilateraal niveau actief. Het is daarom te eenvoudig om te stellen dat mensenrechten een minder grotere rol zijn gaan spelen in het Nederlandse regeringsbeleid.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent636591
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNederland, mensenrechtenland: Actueel of achterhaald? Deelnemen aan wereldsportevents: de relatie tussen sport en politiek
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsMensenrechten, sport, Nederlands buitenlandbeleid
dc.subject.courseuuInternational Relations in Historical Perspective


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record