De ongezoete waarheid over suikerconsumptie

Abstract

Er zijn ruim 1,2 miljoen Nederlanders met diabetes, waarvan 90% kampt met diabetes type 2. Diabetes type 2 is in de helft van de gevallen te voorkomen en daarvoor komt het Diabetes Fonds (DF) in actie. De onderzoeker probeerde uit te vinden welke informatie de grootste doelgroep van het Diabetes Fonds nodig heeft, om de gedragsintentie tot minder suiker eten en drinken te vergroten. 1335 vrouwen van gemiddeld 52 jaar, die allemaal bewust bezig zijn met het onderwerp ‘minder suiker eten en drinken’, vulden een vragenlijst in. De vragenlijst is gebaseerd op de indirecte gedragsdeterminanten van het Integrative Model of Behavioral Prediction (Fishbein & Yzer, 2003). Alle vrouwen bleken hoog te scoren op alle determinanten (waargenomen norm, gedragsattitude, de eigen effectiviteit en de gedragsintentie). Wat betreft de voorspellende kracht, bleek de eigen effectiviteit de intentie het sterkst te voorspellen. Daarna volgde de waargenomen norm en tot slot de cognitieve component van de gedragsattitude. De affectieve component van de gedragsintentie en de barrières van omgevingsfactoren waren geen voorspellers van de gedragsintentie. Tot slot bleek dat vrouwen de lat hoger leggen voor de invulling van ‘minder suiker eten en drinken’ als ze een hoge eigen effectiviteit ervaren. Deze hoge lat bleek een mediator voor de relatie tussen de eigen effectiviteit en de intentie. Voor vrouwen ouder dan 65 jaar, bleek de eigen effectiviteit de enige voorspeller van de gedragsintentie en voor vrouwen met een lage sociaal economische status bleek de cognitieve gedragsattitude geen invloed te hebben op de intentie. De belangrijkste aanbeveling voor het DF is om meer aandacht te besteden aan de eigen effectiviteit in hun informatievoorziening. Dit kan het DF doen door te beschrijven hoe mensen minder suiker kunnen eten en drinken en hoe ze eventuele barrières kunnen overwinnen.