Neurale verwerking van babygezichten door moeders in relatie tot de kwaliteit van hun opvoedgedrag

Abstract

Doel van deze studie was het onderzoeken van de relatie tussen neurale reacties met betrekking tot esthetiek van babygezichten en de kwaliteit van opvoeding van moeders. De babygezichten zijn esthetisch gemanipuleerd op zodanige wijze dat negen afbeeldingen 50% minder aantrekkelijk waren en negen afbeeldingen 50% meer aantrekkelijk waren dan normale babygezichten. De kwaliteit van opvoeding is gemeten op twee verschillende schalen van de Emotional Availability Scales [EAS]: Sensitiviteit en Non-intrusiviteit. Er werd verwacht dat sterkere neurale reacties, gemeten in amplituden op vier ERP-componenten, zouden worden geobserveerd wanneer een hoogaantrekkelijk babygezicht werd getoond vanwege activatie van het Kindchenschema. Een hypothese was dat dit vooral het geval zou zijn bij moeders met een hogere score op sensitiviteit en non-intrusiviteit dan bij moeders met lagere scores op één of beide schalen. Er werden bij de moeders enkele verschillen gevonden in neurale verwerking (N170 en LPC) van enerzijds hoog- en anderzijds laagaantrekkelijke gezichten. Deze verschillen waren ook gerelateerd aan het niveau van sensitiviteit en/of non-intrusiviteit, maar de richting van het verband is niet geheel duidelijk. Er kan worden geconcludeerd dat de kwaliteit van opvoeding gerelateerd is aan de neurale verwerking van babygezichten, maar er is meer onderzoek nodig met betrekking tot de richting van dit verband relatie en de neurale componenten waaraan het is gerelateerd.