Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorde Bodt, S.F.M.
dc.contributor.authorNorbruis, C.H.
dc.date.accessioned2018-01-26T18:01:38Z
dc.date.available2018-01-26T18:01:38Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/28473
dc.description.abstractVanaf het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw ontstond er een herwaardering voor beeldhouwkunst die resulteerde in het plaatsen van beeldhouwwerken in de openlucht en het ontstaan van de eerste beeldentuinen. In de twintigste eeuw is het begrip beeldhouwkunst enorm uitgebreid en veel meer verschillende soorten kunst wordt tot de beeldhouwkunst gerekend. Met name vanaf de jaren 80 kan er een groei gezien worden in het aantal beeldentuinen en parken in de wereld. In dit onderzoek is er dieper ingegaan op twee voorbeelden van beeldentuinen in Nederland. Enerzijds de beeldentuin Clingenbosch in Wassenaar die geopend is in 1995 en gekoppeld is aan het nieuwe onlangs geopende museum Voorlinden waarin de eclectische collectie moderne en hedendaagse beeldende kunst van Joop van Caldenborgh te zien is. Bij het museum en de beeldentuin is een combinatie aan landschappen aanwezig. De beeldentuin is overwegend bosachtig en is gesitueerd in de privétuin van Van Caldenborgh die overigens zo veel mogelijk bosachtig gelaten is. De kunstwerken worden geïntegreerd in het landschap, krijgen allemaal hun eigen plaats waar geen andere kunstwerken de blik moeten afleiden en zijn langs een onverhard wandelpad te bekijken. Anderzijds wordt het Kröller-Müller in Otterlo museum waarin de privécollectie van Helen Kröller-Müller te zien is en dat zijn deuren opende in 1938 en de bijbehorende beeldentuin die onder leiding van A.M. Hammacher in 1961 opgericht werd, onderzocht. Dit museum en de beeldentuin ligt in het nationaal park de Hoge Veluwe waar ook verschillende soorten landschappen aanwezig zijn. De beeldentuin is over het algemeen vrij tuinachtig en de ingreep van hoveniers is goed te zien. Deze twee musea en dan met name hun bijbehorende beeldentuinen zijn is dit onderzoek met elkaar vergeleken. Waarbij geconcludeerd kan worden dat er naast een aantal overeenkomsten ook veel verschillen tussen de twee zijn. Met name hoe kunstwerken geplaatst zijn in de beeldentuin. Er vindt in de twintigste- eeuw dus een verandering plaats in het soort beeldhouwkunst. Deze ander soort kunst, vaak ook groter van formaat en site-specifiek, vraagt ook om een ander soort manier van tentoonstellen. De beeldentuin Clingenbosch kan gezien worden in de lijn van de ontwikkeling in de beeldentuinen vanaf de jaren 80 en in de beeldentuin van het Kröller-Müller is de gehele ontwikkeling in het fenomeen beeldentuin en de beeldhouwkunst te zien. De oudste gedeeltes van de beeldentuin hebben namelijk een heel ander karakter dan de meest recente delen van de beeldentuin.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent22938356
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleKunst in het groen. De Beeldentuinen van het Museum Voorlinden en het museum Kröller-Müller
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsBeeldentuinen; beeldenparken; beeldhouwkunst; museum Voorlinden: museum Kröller-Müller:
dc.subject.courseuuKunstgeschiedenis


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record