Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorClaringbould, I.E.C.
dc.contributor.authorRidder, E.G.B. de
dc.date.accessioned2018-01-16T18:01:28Z
dc.date.available2018-01-16T18:01:28Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/28357
dc.description.abstractKwalitatief onderzoek naar de betekenissen die betrokkenen bij sportverenigingen geven aan de leeftijd van sportbestuurders. Door ontwikkelingen in de samenleving die invloed hebben op de Nederlandse sportverenigingen, wordt er in het sportbeleid al langere tijd ingezet op bestuurlijke ontwikkeling. In de Sportagenda 2017+ van NOC*NSF wordt hierbij voor het eerst ingezet op verjonging binnen sportbesturen. Er is echter beperkt wetenschappelijk bewijs dat het inzetten op verjonging in besturen, ten behoeve van bestuurlijke ontwikkeling, onderbouwt. In dit onderzoek staat de volgende hoofdvraag centraal: Welke betekenissen geven betrokkenen binnen sportverenigingen aan de leeftijd van sportbestuurders en wat zijn hiervan de consequenties voor hun handelen? Dit wordt onderzocht bij vier sportverenigingen uit de Achterhoek, waarvan twee voetbalverenigingen en twee zwemverenigingen met binnen iedere tak van sport een sportvereniging met een relatief oud sportbestuur en een sportvereniging met een relatief jong sportbestuur. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is bij de sportverenigingen data verzameld middels observaties bij bestuursvergaderingen, diepte-interviews met bestuursleden en focusgroepen met leden van de sportvereniging. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een theoretisch perspectief van Foucault over discoursen. De leeftijd van sportbestuurders blijkt een complex onderwerp te zijn onder leden en bestuurders van Achterhoekse sportverenigingen. Er heersen bepaalde beelden over jonge en oude sportbestuurders, welke zijn gebaseerd op verschillende leeftijdsdiscoursen. De betekenissen die worden toebedeeld aan leeftijd van sportbestuurders leiden in het handelen van sportbestuurders tot consequenties voor (machts)relaties binnen het bestuur, de verdeling van taken binnen het bestuur en de werving van nieuwe bestuursleden. Gezien de consequenties die de beelden van de jonge en oude sportbestuurder hebben voor het handelen van sportbestuurders en gezien de weerstand tegen het begrip verjonging, is het de vraag of het inzetten op verjonging een juiste keuze is om bestuurlijke ontwikkeling te stimuleren.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1030155
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleLeeftijd van Achterhoekse sportbestuurders; ’t gef niks of moak ’t uut?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordssportbesturen, leeftijd, sportverenigingen, verenigingsbesturen, vrijwilligers, vrijwilligersbeleid, diversiteit, lokaal sport- en beweegbeleid
dc.subject.courseuuSportbeleid en sportmanagement


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record