dc.description.abstract | Probleemoplossend leren is cognitief belastend en, hoewel het een veelgebruikte methode is, blijkt deze lastig om aan te leren. In dit onderzoek wordt gekeken naar de effecten van zelfobservatie (self-modeling) en reflectie (self-explanation) op het leren van probleemoplossende taken. Het achteraf reflecteren op je eigen taakuitvoering is lastig gebleken. Het toevoegen van eigen oogbewegingen aan de video-opname van de taakuitvoering kan reflectie ondersteunen. In dit onderzoek wordt daarom gekeken of het combineren van zelfobservatie en reflectie, al dan niet met weergave van oogbewegingen, effectief is voor leren. Voor het onderzoek is een pretest-posttest design met daar tussenin een interventiefase gehanteerd. Studenten (M = 22.94; SD = 2.06) werden willekeurig toegewezen aan de conditie zonder oogbewegingen SM (n = 16) of de conditie met oogbewegingen SM+ET (n = 16). Het experiment bestond uit het maken van Mastermind taken. Het aantal correct gemaakte taken werd bepaald voor de pretest, posttest en transfer. Verschillen tussen condities en meetmoment werden getoetst middels een mixed factorial ANOVA (pre/post) of one-way ANOVA (transfer). In tegenstelling tot de verwachting van dit onderzoek wezen de analyses uit dat er geen toename in prestatie tussen pre- en posttest was, F(1, 30) = 3.96, p = .056, en geen verschil tussen de condities, F(1, 30) = 2.47, p = .126. Ook op de transfer taken is geen verschil tussen de condities gevonden, t(30) = -1.15, p = .119. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de prestatie op de pretest al vrij hoog was en hierdoor weinig verbetering mogelijk was. | |