| dc.description.abstract | In dit kwantitatief observatieonderzoek staat de interactie ten tijde van de samenwerking van basisschoolleerkrachten tijdens bouwvergaderingen centraal. Het doel was om de interactie te karakteriseren en om na te gaan of enkele karakteristieken van de interactie samenhangen met verbeteringen in de lespraktijk. Leerkrachten werden, verspreid over drie bouwvergaderingen, geobserveerd op De Regenboog en Paardenbloem (N=15) om de karakteristieken van de interactie te achterhalen. Naderhand vulden de leerkrachten een vragenlijst (vijf-punt Likertschaal) in om de verbeteringen in de lespraktijk te kunnen vaststellen. Uit de resultaten blijkt dat de interactie tijdens de bouwvergaderingen gemiddeld 32.4% inhoudelijk over het onderwijs gaat. Het merendeel van de interactie blijkt over administratieve zaken te gaan. Wanneer de leerkrachten inhoudelijk interacteren over het onderwijs halen zij voornamelijk het curriculum, de instructiemethode en strategieën als onderwerpen aan. Deze interactie over de inhoudelijke onderwerpen wordt slechts in 17.8% van de gevallen volgens de interactiestructuur van aanleiding, exploratie, integratie en oplossing vormgegeven. Dit zou een reden kunnen zijn waarom de leerkrachten na de bouwvergadering nauwelijks verbeteringen hebben doorgevoerd. Een van de discussiepunten betreft het enkel analyseren van formele interacties, terwijl informele interacties ook een belangrijke bron vormen om lesverbeteringen door te voeren (Rogers, 2014). Een vervolgonderzoek hiernaar is gewenst. | |
