Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTrappenburg, Dr. J.C.A.
dc.contributor.advisorde Man- van Ginkel, Dr. J.M.
dc.contributor.authorKlous, C.J.M.
dc.date.accessioned2015-10-06T17:00:56Z
dc.date.available2015-10-06T17:00:56Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/27478
dc.description.abstractEnglish Abstract Title: ‘Five determinants explained variance in Self-management Capacity in Patients with Chronic Kidney Disease: A cross sectional study’ Background: Large variances in effect size between patients with chronic kidney disease (CKD) indicate that self-management intervention is no matter of ‘one size fits all’. This study increases knowledge on the facilitators and barriers of self-management capacity (SMC). Aim: Identify key determinants associated with SMC and explain the variance in SMC in CKD patients. To enable healthcare providers further develop targeted and tailored interventions, which should lead to higher effect sizes of SM interventions. Research questions: Which key determinants are associated with SMC in adult patients with CKD? Which set of patient determinants can explain the variance in SMC in adult patients with CKD? Methods: Our cross-sectional research included patients with moderate/severe CKD and end stage renal disease (ESRD) in the outpatient clinic, or dialysis-patients. Measures included dependent variable SMC (patient activation measurement-13) and independent variables quality of life (QoL), anxiety, depression, illness perception, social support, demographic data, treatment modality, comorbidities and disease severity (GFR). Results: The study included 230 patients, response rate 53%. SMC was significantly associated with severity of the disease, health care benefits, QoL, illness perception, depression and anxiety (all p<.03). Multiple regression analysis indicated that severity of the disease, employment, ethnicity, depression and illness perception (all p<.05) explained the variance for 18.4%(F= 9.115, P=.000). Conclusion: We found indications that CKD patients reporting worse levels of QoL, illness perception, depression, anxiety and received health care abilities and were unemployed are worse self-managers. In addition, a part of the variance was explained by five key determinants and this may offer explanations of the variance in effect after SM interventions. Recommendations: Further research on causality is necessary to explore ways in which SMC in CKD patients can be improved and may include strategies to confirm our study findings in a prospective study. Dutch Summary Titel: ‘Vijf determinanten verklaren de variantie in zelfmanagement capaciteit bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie: een cross-sectioneel onderzoek’ Inleiding: Grote verschillen worden gezien in effectgrootte na zelfmanagement interventies bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie (CNI). Dit onderzoek vergroot de kennis over de facilitatoren en barrières van zelfmanagement capaciteit (ZMC). Doel: Het identificeren van de belangrijkste determinanten die geassocieerd zijn met ZMC en het verklaren van de variantie van ZMC bij patiënten met CNI, zodat zorgverleners de interventies verder kunnen ontwikkelen gericht en afgestemt op de patiënt, leidend tot een hogere effectgrootte na zelfmanagement interventies. Onderzoeksvragen: Welke belangrijke determinanten zijn geassocieerd met ZMC bij patiënten met CNI? Welke set patiëntdeterminanten kan de variantie in ZMC bij volwassen patiënten met CNI verklaren? Methode: Ons cross-sectionele onderzoek includeerde patiënten met matige, ernstige, en einstadium CNI vanuit de polikliniek of de dialyseafdeling. Metingen waren de afhankelijke variabele ZMC (Patient Activation Measurement-13) en de onafhankelijke variabelen kwaliteit van leven (KvL), angst, depressie, ziekte perceptie, sociale ondersteuning, demografische gegevens, behandelings status, comorbiditeiten en ernst van de ziekte (GFR). Resultaten: Het onderzoek includeerde 230 patiënten, respons 53%. ZMC was significant geassociëerd met ernst van de ziekte, zorgtoeslag, KvL, ziekte perceptie, depressie en angst (alle <0,03). Multiple regressie analyse liet zien dat de ernst van de ziekte, werkstatus, etniciteit, depressie en ziekte perceptie (alle p<0,05) de variantie verklaarden voor 18,4% (F9,115, p=0,00). Conclusie: Aanwijzingen werden gevonden dat patiënten met CNI slechtere niveaus van KvL, ziekte perceptie, depressie en angst raporteerden en patiënten die vaker zorgtoeslag ontvangen en werkloos zijn slechtere zelfmangers zijn. Daarnaast werd een deel van de variantie verklaard door vijf belangrijke determinanten, deze zouden de variantie kunnen verklaren na zelfmanagement interventies. Aanbevelingen: Verder onderzoek naar causaliteit is noodzakelijk om manieren te onderzoeken om SMC bij patiënten met CNI te verbeteren en zou strategieën moeten bevatten om onze studie bevindingen te bevestigen binnen een prospectieve studie.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent604796
dc.format.extent20875
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isoen
dc.title‘Five determinants explained variance in Self-management Capacity in Patients with Chronic Kidney Disease: A cross sectional study’
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsSelf-management, chronic kidney disease (CKD), determinants, variance, association.
dc.subject.courseuuVerplegingswetenschap


Files in this item

Thumbnail
Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record