Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan Zanden, Jan Luiten
dc.contributor.authorRadstake, L.C.
dc.date.accessioned2017-09-06T17:02:22Z
dc.date.available2017-09-06T17:02:22Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/27443
dc.description.abstractZowel in Nederland, Duitsland als het Verenigd Koninkrijk kwamen rond 1980 regeringen aan de macht die de crisis het hoofd wilden bieden met neoliberale beleidsmaatregelen. En, in alle drie de landen volgden deze kabinetten sociaal-democratische regeringen op die verantwoordelijk werden gehouden voor het verdiepen van de crisis van de jaren zeventig door het voeren van Keynesiaans beleid. In deze thesis is onderzocht hoe de PvdA, de SPD en de Labour Party zich hebben verhouden tot deze paradigmaverschuiving van Keynesiaans naar neoliberaal beleid die zich rond het begin van de jaren 1980 voordeed. De centrale vraag daarbij was; hoe hebben de PvdA, SPD en Labour zich verhouden tot de liberalisering van de arbeidsmarkt in de periode 1980-2010? De paradigmaverschuiving resulteerde in wat Herbert Kitschelt het politiek-economische dilemma van de sociaal-democratie noemde. In het tijdperk van de 'new politics' werden sociaaldemocratische partijen gedwongen een afweging te maken tussen het vasthouden aan traditionele standpunten of het doorvoeren van programmatische vernieuwing en het aannemen van een gematigder houding ten aanzien van liberalisering. Met eerstgenoemde houding werd de kans op regeringsdeelname, maar ook op electoraal verlies, verkleind. Met laatstgenoemde houding konden sociaal-democratische partijen de kiezer in het midden voor zich winnen, zich weer mogelijk maken als coalitiepartner, maar electoraal afgestraft worden door de linkse kiezer. De afweging die sociaaldemocratische partijen maakten ten aanzien van dit politiek-economische dilemma werd mede bepaald door twee andere dilemma's; het electorale en het organisatorische dilemma. De aard en omvang van de neo-liberale beleidsomslag verschilde tussen de drie landen fors. In Duitsland bleven neoliberale arbeidsmarkthervormingen aanvankelijk beperkt, in het Verenigd Koninkrijk was de omslag onder leiding van Thatcher zeer ingrijpend, en ook in Nederland werd er vanaf 1982 op grote schaal een beleid van meer markt en minder overheid gevoerd en bezuinigd op de sociale zekerheid. Waar aanvankelijk zowel de PvdA, de SPD als Labour bleven vasthouden aan klassiek sociaal-democratische beleidsstandpunten en zich verzetten tegen het beleid van de 'new poltics', werd door alle drie de partijen in de loop van deze drie decennia beleid van bezuinigingen, deregulering en flexibilisering gesteund of geïnitieerd. In Nederland vanaf het begin van de jaren negentig, in het Verenigd Koninkrijk aan het eind van dat decennium, en in Duitsland aan het begin van het nieuwe millennium. Met name de beleidsmaatregelen die na terugkeer in de regering werden genomen door de PvdA en de SPD droegen fors bij aan de liberalisering van de arbeidsmarkt. In het Verenigd Koninkrijk was de arbeidsmarkt ten tijden van de terugkeer aan de macht van Labour al fors geliberaliseerd. Ondanks de verschillen tussen de landen blijkt het model van Kitschelt een goede verklaring te bieden voor de keuzes van de sociaal-democratische partijen ten aanzien van het politiekeconomische dilemma.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent510119
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleSociaal-democratie en de liberalisering van de arbeidsmarkt 1980-2010: Een vergelijking tussen de PvdA, de SPD en (New) Labour
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsSociaal-democratie, arbeidsmarktbeleid, liberalisering, Wim Kok, Gerhard Schroder, Tony Blair, PvdA, SPD, New Labour
dc.subject.courseuuGeschiedenis van Politiek en Maatschappij


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record