Het Verband Tussen de Kwaliteit van Interactie en de Zelfregulatie van Peuters

Abstract

Binnen het huidige onderzoek is gekeken naar de relatie tussen de kwaliteit van de individuele interacties op voor- en vroegschoolse voorzieningen en de zelfregulatie bij peuters. Daarnaast is er gekeken of het geslacht een modererende rol speelt. In het kader van het CARE project, een studie naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse voorzieningen in Europa, is de data verzameld. De data is gecodeerd aan de hand van de inCLASS; een meetinstrument voor de kwaliteit van individuele interacties. Daarnaast is bij leidster op de groep de SEAM afgenomen, deze vragenlijst meet de sociaal-emotionele ontwikkeling van peuters. De steekproef (n = 68) bestaat uit 35 jongens en 33 meisjes, met een gemiddelde leeftijd van 33 maanden. Binnen dit onderzoek is er geen significant verband gevonden tussen de verschillende vormen van interactie; Leidsterinteractie, Peerinteractie en Taakorïentatie en de zelfregulatie. Tevens is er geen significant verband gevonden tussen de totale kwaliteit van de individuele interacties, bestaande uit de verschillende vormen van interactie, en de zelfregulatie. Er is een significante, positieve correlatie gevonden tussen conflict en zelfregulatie. Daarnaast is er geen bewijs gevonden dat geslacht een modererende rol speelt in de relatie tussen de kwaliteit van de individuele interacties en de zelfregulatie. Verder onderzoek wordt aanbevolen om de rol van de kwaliteit van individuele interacties en zelfregulatie in voor- en vroegschoolse voorzieningen beter te onderzoeken. Een suggestie voor vervolg onderzoek is om de dataset opnieuw te bekijken en de observator die onvoldoende betrouwbaar is gebleken er uit te halen voor een betere betrouwbaarheid.