Effect van een Robot op het aanleren van Productieve Woordenschat in een Tweede Taal bij Kleuters

Abstract

Doel: In huidig onderzoek is het effect van een robot op het aanleren van productieve woordenschat [PW] in een tweede taal bij Nederlandstalige kleuters onderzocht. Hiertoe hebben kleuters een spel (vocabulairetraining) op een tablet gespeeld, al dan niet samen met een leeftijdgenoot of robot. Tevens is onderzocht of jongens en meisjes verschillen in leeropbrengst en in hun perceptie ten aanzien van de robot. Methode: De steekproef betrof 68 kinderen, waarvan 39 jongens en 29 meisjes, in de leeftijd van 52 en 78 maanden (M = 67.60, SD = 6.92). Zij werden ingedeeld in de kind-, ¬peer- of robotconditie. Op zowel korte, als lange termijn (één week na de vocabulairetraining) is hun Engelse PW gemeten. Ook werd hun perceptie ten aanzien van de robot vastgesteld. Resultaten: De vocabulairetraining blijkt in elke conditie significant de Engelse PW van kleuters te bevorderen. Conditie blijkt slechts een klein effect te hebben op de leeropbrengst. Binnen de robotconditie heeft Sekse een medium effect op de leeropbrengst. Echter zijn deze effecten van Conditie en Sekse op de leeropbrengst niet significant, evenals het effect van Sekse op perceptie. Conclusie: De Engelse PW van kleuters blijkt niet in meerdere mate bevorderd te worden door het leren met een tablet en robot dan door het leren met enkel een tablet of met een tablet en leeftijdgenoot. Specifiek betreffende het leren met de robot, verschillen jongens en meisjes niet in leeropbrengst en hun perceptie ten aanzien van de robot.