Groot-Brittannië en shariaraden: De koloniale confrontatie; ‘De inlijving van de islamitische rechtspraak in het koloniale rechtssysteem door de Britten op Java gedurende 1811-1816’

Abstract

In deze scriptie wordt de inlijving van de islamitische rechtspraak in het koloniale rechtssysteem in Nederlands-Indië door Britten verklaard. Gedurende een korte periode van 1811-1816 bestuurden de Britten Nederlands-Indië. Onder leiding van luitenant-generaal Thomas Stamford Raffles is het plurale rechtssysteem in de kolonie hervormd. Een onderdeel van dit rechtssysteem waren de islamitische gerechtshoven. De scriptie verklaard de inlijving van de islamitische rechtspraak als een middel voor de koloniale overheid om haar economische ambities waar te maken. De Britten veronderstelden dat het voeren van een liberaal beleid via het rechtssysteem de inkomsten uit de kolonie zouden vergroten en de handelsbelangen in de regio versterkten en beschermden. In deze scriptie wordt geconcludeerd dat de islamitische rechtspraak diende te worden opgenomen in het koloniale rechtssysteem om aan de liberale voorwaarden van de koloniale overheid te voldoen.