Instrumentontwikkeling voor het meten van distress rondom een medische ingreep in het ziekenhuis bij kinderen van 9 tot 18 jaar

Abstract

Doel: Statistieken laten zien dat veel kinderen een medische ingreep ondergaan in hun leven. Zo’n medische ingreep kan leiden tot distress bij kinderen. Pedagogische interventies kunnen zorgen voor het reduceren van deze distress. Hiervoor is het belangrijk om angst, pijn en stress van kinderen te kunnen meten. Het doel van deze studie is om verder onderzoek te doen naar de meetinstrumenten VAS en ZBVK, die in staat zijn om distress bij kinderen te meten. Methode: De steekproef bestaat uit 78 gezinnen, waarbij de VAS en ZBVK zijn afgenomen. Na de dataverzameling, zijn analyses gedaan in SPSS. Om te kijken hoe de VAS en ZBVK het best ingezet kunnen worden in de praktijk, is de responsiviteit, samenhang en interne consistentie van de meetinstrumenten onderzocht. Tot slot is de bruikbaarheid van de meetinstrumenten onderzocht. Resultaten: Uit de resultaten blijkt dat de VAS en de ZBVK klinisch bruikbare, valide en betrouwbare instrumenten zijn om een verandering in distress te meten bij kinderen voor en na een medische ingreep. De VAS komt iets beter uit de test. Conclusie: Onderzoek naar de klinimetrische eigenschappen van de instrumenten heeft ertoe geleid dat de VAS ingevuld door moeder en kind het best ingezet kan worden om distress van kinderen in kaart te brengen. Vanwege de kleine groep vaders in huidige steekproef en de grote samenhang in antwoorden van moeders kan gekozen worden voor één instrument per ouderkoppel.