Crisis in de Kivus : Human Rights Watch, discours en seksueel geweld in Noord-Kivu

Abstract

Deze scriptie onderzoekt de vraag op welke manier Sexual and Gender-based Violence (SGBV) is benaderd door de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) en opgenomen in hun rapporten over Noord-Kivu vanaf 2002 tot 2009. Middels een discoursanalyse van deze rapporten toont de scriptie dat de NGO een belangrijke rol heeft gehad in het construeren van een dominant narratief waarin verkrachte en misbruikte vrouwen en meisjes centraal staan. De discoursanalyse toont ook dat dit een bewuste en strategische keuze is geweest en dat op basis van dit narratief gepoogd is invloedrijke Congolese misdadigers aan te klagen bij het Internationale Strafhof (ICC). In zowel het academische als het publieke domein is deze juridische respons op seksueel geweld overwegend als succesvol bestempeld. De scriptie trekt deze stempel in twijfel. Een analyse van de onderbouwing, verantwoording en consequenties van het juridische discours van HRW toont dat het succes daarvan is gegrond op westerse maatstaven. Zonder af te doen aan het belang van een organisatie zoals HRW die op lokaal niveau onderzoek uitvoert en op internationaal niveau advies uitbrengt, wijst de scriptie op het gevaar van een te nauw juridisch discours waarin voorbij wordt gegaan aan het belang van gerechtigheid op lokaal niveau.