Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorLeufkens, S.C.
dc.contributor.authorBrakkee, L.S.
dc.date.accessioned2017-08-03T17:02:17Z
dc.date.available2017-08-03T17:02:17Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/26610
dc.description.abstractDoor migratie en globalisering spelen in Nederland steeds meer verschillende talen een rol. Kinderen groeien op met verschillende talen en niet altijd is hun thuistaal het Nederlands. Vanuit de wetenschap is veel gezegd over meertalige ontwikkeling bij kinderen en het belang om daarbij de thuistaal te ondersteunen. Ook vanuit de beleidswereld is sprake van groeiende aandacht voor dit onderwerp. Er is echter weinig zicht op wat er in de huidige praktijk gebeurt met de taaldiversiteit waar scholen mee te maken hebben. In dit onderzoek wordt die praktijk dan ook in beeld gebracht, door middel van interviews bij openbare basisscholen van scholenkoepel STIP Hilversum. Binnen die scholenkoepel bestaan verschillende onderwijsvormen waarin speciale aandacht is voor taal: in de COBO en schakelklassen krijgen anderstalige leerlingen ondersteuning bij het leren van Nederlands, een aantal scholen van STIP doet mee aan een pilot met tweetalig basisonderwijs in Nederlands en Engels (TPO), op de International School zitten leerlingen uit allerlei landen bij elkaar in de klas en ook in de reguliere klassen zitten relatief veel leerlingen met andere thuistalen dan het Nederlands. In dit onderzoek wordt onderzocht welke rollen de verschillende talen op de scholen spelen, hoe het taalbeleid eruitziet, wat men weet over meertaligheid en welke attitudes daarover zijn, hoe men omgaat met de meertaligheid in de klas en waar nog behoefte aan is. Op basis van dit onderzoek worden aanbevelingen geformuleerd voor praktijk, beleid en vervolgonderzoek. Het blijkt dat op de meeste scholen vooral het Nederlands een belangrijke rol speelt als voertaal en instructietaal. Op de TPO is daarnaast natuurlijk ook aandacht voor het Engels. Het gebruik van de thuistalen van leerlingen wordt (behalve op de International School) zoveel mogelijk voorkomen. De scholen blijken geen expliciet taalbeleid te hebben. Impliciet is er sprake van een eentalig (Nederlands) beleid. Men weet dat de thuistalen van leerlingen om verschillende redenen van belang zijn, maar het is niet altijd mogelijk die kennis in praktijk te brengen, aangezien men vastzit in een bepaald systeem en niet altijd beschikt over de tijd en middelen om daar iets aan te veranderen. Er zijn positieve attitudes over de verschillende talen en meertaligheid, maar tegelijkertijd wordt de thuistaal vaak ook als belemmering gezien voor het leren van het Nederlands. Verder blijkt er een groot verschil in de manier waarop Engels wordt geleerd aan Nederlandstalige leerlingen (meertalige aanpak) en de manier waarop Nederlands wordt geleerd aan anderstalige leerlingen (taalbadonderwijs). Er is ongelijkheid in de middelen die voor de verschillende onderwijsvormen beschikbaar zijn. Daarnaast worden anderstalige leerlingen uitgesloten van Engels onderwijs, omdat dat te belastend voor hen zou zijn.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent401617
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleMeertaligheid in de onderwijspraktijk: over het beleid en de praktijk rondom taaldiversiteit en meertaligheid op de basisschool
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsMeertaligheid, taaldiversiteit, onderwijs, onderwijspraktijk, leerkrachten, attitudes, taalbeleid, thuistaal, moedertaal, schooltaal
dc.subject.courseuuNeerlandistiek


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record