| dc.description.abstract | Regelmatig komen nieuwe Engelse leenwoorden en leenuitdrukkingen het Nederlands in. Echter, er is niet bekend hoe veel Engelse leenwoorden en leenuitdrukkingen in het Nederlands voorkomen. Er zijn wat schattingen bekend, bijvoorbeeld van Van der Sijs (2005) die stelt dat ongeveer 2,3% van de Nederlandse woordenschat een Engels leenwoord is. Deze schatting is gebaseerd op geschreven taal, wat niet hetzelfde is als gesproken taal. Deze studie onderzoekt of er in de afgelopen tien jaar een toename is in het aantal Engelse leenwoorden en leenuitdrukkingen in het gesproken Nederlands. Hiervoor is een corpus gevormd van drie tv-programma’s. De Engelse leenwoorden en leenuitdrukkingen zijn onderscheiden in uitspraak, woordsoort en stadium. Een leenwoord zit in een hoger stadium naarmate de betekenis meer wijdverspreid is. Uit deze studie blijkt dat er een significante toename is van het aantal Engelse leenwoorden en leenuitdrukkingen in 2016 ten opzichte van 2006 en 2011. Het aantal Engelse leenwoorden en leenuitdrukkingen in 2006 en 2011 is nagenoeg gelijk gebleven. Voor vervolgonderzoek is het aan te raden een groter corpus te nemen, zodat de kans op eventuele toevalligheden in de resultaten verkleind kan worden. | |
