Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorStolk, F.R.W.
dc.contributor.advisorPander Maat, H.L.W.
dc.contributor.authorVeerbeek, J.
dc.date.accessioned2017-08-02T17:01:48Z
dc.date.available2017-08-02T17:01:48Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/26499
dc.description.abstractDit eindwerkstuk levert een bijdrage aan bij de kritische beschouwing van het ‘ander proza’ in relatie tot het postmodern proza. Sinds Vervaecks (1999) studie van het postmodernisme verschijnen uit literatuurwetenschappelijke hoek meer stukken die de gelijkstelling van beide varianten van experimenteel proza problematiseren. Deze studies vormen het uitgangspunt van dit eindwerkstuk, waarin de notie van ‘onleesbaarheid’ in het ‘ander proza’ wordt onderzocht. De centrale onderzoeksvraag is of het ‘ander proza’ en het postmodern proza op lexicale en syntactische tekstcomplexiteit van elkaar te onderscheiden zijn. Dit wordt onderzocht aan de hand van een automatische analyse van zestien romans door T-scan. Woordfrequentie, woordconcreetheid en de frequentie van persoonlijke voornaamwoorden geven een indruk van de lexicale complexiteit. Uit de analyse blijkt het effect van de stroming op lexicaal niveau zeer gering te zijn. De syntactische complexiteit wordt benaderd aan de hand van het aantal en type bijzinnen, de dichtheid van proposities en de lengte van syntactische afhankelijkheden. Op vrijwel alle syntactische kenmerken scoort het ‘ander proza’ hoger dan het postmodern proza. Toch verklaart de factor ‘stroming’ slechts een klein deel van de variantie in syntactische complexiteit. De automatische analyse, die doorgaans gebruikt voor communicatieve teksten, blijkt (nog) niet volledig geschikt voor (onconventionele) literaire teksten. Van het ‘ander proza’ kan gemiddeld 82% van de tekst computationeel worden ontleed. Daarnaast wordt in een kwalitatieve analyse aangetoond dat de complexiteit van het ‘ander proza’ ook wordt veroorzaakt door deviaties op het niveau van zinsconstructie en het gebruik van leestekens. Aan het slot van dit eindwerkstuk suggereer ik dat de complexiteit van het ‘ander proza’ en het postmodern proza niet alleen op lexicaal en syntactisch niveau benaderd kan worden, maar ook op conceptueel niveau.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent27173464
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleEen onleesbare ontregeling. Een computationeel-stilistische vergelijking van het ‘ander proza’ met het postmodern proza op lexicale en syntactische complexiteit.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordspostmodernisme; ander proza; stilistiek; distant reading; digital humanities; T-scan; tekstcomplexiteit; syntactische complexiteit; lexicale complexiteit; computationeel; automatisch; stroming; leesbaarheid
dc.subject.courseuuTaal- en cultuurstudies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record