| dc.description.abstract | Het doel van dit onderzoek was het toetsen van factoren die een rol spelen bij de keuze van een werknemer om bij gezondheidsklachten al dan niet aan het werk te gaan. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen werken bij gezondheidsklachten (presenteïsme), het aanpassen van werk bij gezondheidsklachten (adaptisme) en het afwezig melden van het werk (absenteïsme). De verwachting
was dat werkdruk zou samenhangen met de verschillende gedragskeuzen, en dat verschillende persoonlijkheidsfactoren (zorgvuldigheid, extraversie, vriendelijkheid, emotionele stabiliteit, actieve coping, sociale steunzoekende coping, passieve coping) deze samenhang zouden beïnvloedden. Voor dit onderzoek zijn vragenlijsten ingevuld door 358 werknemers, geworven van twee grote organisaties. Resultaten van de logistische regressie analyses laten zien dat werkdruk positief samenhangt met presenteïsme en negatief met absenteïsme. Bovengenoemde persoonlijkheidsfactoren bleken geen moderatoren voor de relatie tussen werkdruk en presenteïsme, adaptisme en absenteïsme. Verder bleken zowel emotionele stabiliteit als steunzoekende coping negatief samen te hangen met presenteïsme. Absenteïsme bleek positief samen te hangen met vriendelijkheid en passieve coping. Voor adaptisme zijn geen verbanden gevonden. In dit onderzoek is een instrument ontwikkeld waarin de gedragskeuzen presenteïsme, adaptisme en absenteïsme als exclusieve keuzen kunnen worden gemeten. Daarnaast heeft dit onderzoek bijgedragen aan het vergroten van de wetenschappelijke kennis over factoren die een rol spelen bij de gedragskeuzen. | |
