Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorOrobio de Castro, B
dc.contributor.authorVoerman, L.
dc.date.accessioned2017-07-31T17:01:29Z
dc.date.available2017-07-31T17:01:29Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/26439
dc.description.abstractIn dit kwalitatief en kwantitatief cross-sectionele onderzoek is gekeken naar de generalistische werkwijze van gezinswerkers die werkzaam zijn bij zeven buurtteams jeugd en gezin te Utrecht. Er is onderzocht of gezinswerkers zichzelf voldoende toegerust achten om generalistisch te werken en of zij zich bekwaam achten in de functie die van hen verwacht wordt vanuit de gemeente Utrecht. Daarbij is ten eerste gekeken of er sprake is van werktoedeling op de werkvloer van de buurtteams. Ten tweede is onderzocht hoe gezinswerkers zelf hun functie in de praktijk zien. Ten derde is gekeken in hoeverre gezinswerkers zichzelf bekwaam achten op meerdere probleemgebieden. Ten vierde is gekeken of studieachtergrond, aantal jaren werkervaring en het soort werkervaring in verband staat met in hoeverre gezinswerkers zichzelf bekwaam achten. Ten vijfde is onderzocht of het de gezinswerkers lukt de regie bij de cliënt te houden. Ten zesde is onderzocht of de caseload van de gezinswerkers in verband staat met het functioneren van de gezinswerkers. Tot slot is gekeken naar de tevredenheid van de gezinswerkers. Aan dit onderzoek hebben 38 gezinswerkers in de leeftijd van 25-62 jaar deelgenomen. De data van dit onderzoek is verzameld aan de hand van een zelfgemaakt semigestructureerd interview. Uit de resultaten blijkt ten eerste dat er bij meer dan de helft van de buurtteams wel of soms sprake is van werktoedeling. Ten tweede blijkt dat een deel van de gezinswerkers een ander idee hebben van de functie van een generalist dan gegeven in theorie. Ten derde blijkt dat bijna een kwart (24,2%) van de gezinswerkers zichzelf onvoldoende bekwaam acht op een of meerdere probleemgebieden. Ten vierde blijkt dat het aantal jaren werkervaring positief in verband staat met hoe gezinswerkers zichzelf beoordelen op de probleemgebieden (r = .33, p < .05, tweezijdig, n = 38). Ten vijfde blijkt dat het de gezinswerkers gemiddeld lukt om de regie bij de cliënt te houden, echter zijn er wel factoren die dit soms lastig maken. Ten zesde blijkt dat er sprake is van een hoge caseload die in negatief verband staat met in hoeverre gezinswerkers zelf vinden dat zij in staat zijn een gezin te ondersteunen (r = -.35, p < .05, tweezijdig, n = 38). Ten zevende blijkt dat de gezinswerkers verdeeld zijn in de tevredenheid over hun functie. Op basis van deze resultaten wordt onder andere aangeraden vervolgonderzoek te doen naar de effectiviteit van de zorg die gezinswerkers bieden.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent421502
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe generalistische werkwijze van gezinswerkers in Utrecht
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsTransitie Jeugdzorg; Buurtteams; Utrecht; Generalistisch werken; Gezinswerker; Bekwaamheid; Eigen Regie; Werktoedeling; Caseload; Werkervaring; Tevredenheid
dc.subject.courseuuKlinische kinder- en jeugdpsychologie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record