Een schematheoretisch verklaringsmodel voor grandioos en kwetsbaar narcisme

Abstract

Ondanks vele onderzoeken naar grandioos en kwetsbaar narcisme is nog weinig bekend over de samenhang tussen de twee typen narcisme enerzijds en de schemaconcepten van de schematheorie anderzijds. In de huidige studie is onderzocht of de schematheorie een goed verklaringsmodel biedt voor narcisme. Met behulp van k-means clusteranalyses is onderzocht of 77 deelnemers te onderscheiden waren in twee groepen op basis van schema's, copingstijlen en schemamodi, gemeten door de YSQ 3-SF, SCI en SMI. De resultaten wijzen er op dat de schematheorie een bruikbaar verklaringsmodel biedt voor grandioos en kwetsbaar narcisme. Tevens blijkt dat de twee typen narcisme grotendeels gevalideerd kunnen worden door verschillen in psychopathologie en de aanwezigheid van co-morbide persoonlijkheidsstoornissen, gemeten door de ADP-IV en BSI. Er is dus een logisch en valide onderscheid te maken tussen grandioos en kwetsbaar narcisme met behulp van de schemaconcepten. De bevindingen van deze studie wijzen op een mogelijkheid om schemaconcepten te gebruiken bij het differentieel kunnen benutten van klinische middelen in therapie.