Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorWitte, P.A.
dc.contributor.authorVuuregge, E.
dc.date.accessioned2017-06-30T17:04:57Z
dc.date.available2017-06-30T17:04:57Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/26004
dc.description.abstractDe laatste jaren zijn stationsgebieden sterk in de aandacht gekomen van overheden die de gebieden willen herontwikkelen. Grote stationsprojecten in de Randstad zijn als onderdeel van Rijksoverheidbeleid herontwikkeld, deels in samenwerking met de directe omgeving en haar actoren. Ook in het noorden van Nederland worden de komende jaren drie stationsgebieden herontwikkeld. De drie noordelijke provinciehoofdsteden herontwikkelen elk hun eigen stationsgebied met als doel de bereikbaarheid te vergroten en de gebieden een ruimtelijk kwalitatieve en economische impuls te geven. In deze scriptie staat de hoofdvraag centraal of lokale ondernemers in het te herontwikkelen gebied willen mee-investeren in de herontwikkeling om de ruimtelijke kwaliteit te vergroten. Het mee-investeren kan door een financiële bijdrage te leveren in de herontwikkeling, door het eigen pand een kwalitatieve impuls te geven of door mee te helpen in de ontwikkeling van plannen en ideeën voor het stationsgebied. De directe gedachte hierachter is dat de ondernemers in de gebieden zelf baat zullen hebben bij een meer aantrekkelijke en beter bereikbare omgeving. Voor dit onderzoek is een kwalitatieve benadering gekozen waarbij ondernemers in de drie stationsgebieden van Assen, Groningen en Leeuwarden zijn geïnterviewd. Daarnaast zijn de drie gemeenten ook geïnterviewd om in kaart te brengen op wat voor manieren de lokale overheden investeringen vanuit de markt uitlokken en proberen te faciliteren. Vanuit een to plan en een not to plan benadering is hier naar gekeken. De to plan benadering kijkt vanuit een governance perspectief omdat het feitelijk gaat om een samenwerking tussen overheid en marktpartijen. Met behulp van governance, in het bijzonder en het meer expliciete project governance en publiek private samenwerking worden de in de theorie onderscheidden samenwerkingsprocessen tussen markt en overheid geanalyseerd. Het not to plan gedeelte omvat zelforganisatie. De markt kan namelijk ook vanuit zichzelf besluiten om mee te investeren in de herontwikkeling van de stationsgebieden zonder directe tussenkomst van de overheid. Bij beide benaderingen wordt ook naar de rol van vertrouwen en controle gekeken omdat deze een belangrijke rol vervullen bij elke samenwerkingsvorm. Bij een publiek private samenwerking vormt controle een belangrijke basis om de samenwerking aan te gaan terwijl aan het andere uiterste vertrouwen bij zelforganisatie een belangrijk element vormt. Met de interviews is getracht inzicht te krijgen in welke mate de lokale ondernemers in de stationsgebieden bereid zijn om mee te investeren in de herontwikkeling en onder welke omstandigheden en voorwaarden zij dit willen. Het mee-investeren kan zowel beleidsmatig zijn in bijvoorbeeld de vorm van brainstormgroepen als financieel. Aan de drie gemeenten is gevraagd welke ruimte zij aan het mee-investeren door de ondernemers bieden en of en hoe dit gestimuleerd of gefaciliteerd wordt. Uit de resultaten blijkt dat ondernemers in het algemeen bereid zijn om beleidsmatig of financieel mee te investeren in ruimtelijke kwaliteit van het stationsgebied, wel moet daarvoor het initiatief vanuit de overheid komen. Tegelijkertijd moedigen de gemeenten het initiatief en het mee-investeren van de ondernemers aan en proberen dit actief te faciliteren. Het samenwerkingsproces dat hier het beste bij lijkt te passen kan worden beschreven met project governance. Hierbij wordt het initiatief vanuit de markt gestimuleerd maar blijft de overheid wel aanwezig als managende en monitorende actor. Op enkele punten worden ook bevindingen gepresenteerd die het mee-investeren door ondernemers in de weg staan. Dit zijn onder andere een mismatch aan informatie tussen overheid en ondernemers en een gebrek aan vertrouwen tussen de beide partijen. De mismatch aan informatie zorgt ervoor dat enkele ondernemers die wel willen mee-investeren niet goed genoeg bekend zijn met de mogelijkheden die daarvoor worden geboden. Het gebrek aan voldoende vertrouwen wordt veroorzaakt doordat de ondernemers niet altijd het idee hebben dat aangedragen voorstellen serieus door de gemeente in behandeling worden genomen. Deze perceptie vanuit de markt is een storende factor in het mee-investeren. Een publiek private samenwerking lijkt niet de beste vorm om mee-investeren zo goed mogelijk te bevorderen omdat deze samenwerking te formeel en strak van aard is wat weinig ruimte overlaat voor flexibiliteit en contact op maat. Zelforganisatie biedt ook kansen tot mee-investeren maar dit geniet niet de directe voorkeur vanuit de ondernemers. Het onderling samenwerken wordt niet als een noodzaak ervaren. Wel kan zelforganisatie helpen om investeringen uit te lokken en kan het zorgen voor een betere ruimtelijke kwaliteit. De gemeenten zouden daarom, in het ideale geval, zelforganisatie actiever en beter moeten faciliteren en stimuleren om de potentiële investeringen door de ondernemers zo weinig mogelijk belemmeringen voor te leggen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2452671
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleWie doet mee met de stadsentree?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsHerontwikkeling, stationsgebieden, project governance, publiek-private samenwerking, vertrouwen en controle
dc.subject.courseuuSpatial Planning


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record