| dc.description.abstract | Het doel van het huidige onderzoek was om te kijken of self-efficacy, self- concept en task-value, zoals deze gedefinieerd zijn in de Expectancy-Value Theory of Motivation, verband houden met getalbegrip bij kinderen van 8 tot en met 10 jaar. Uit eerder onderzoek kan geconcludeerd worden dat de verschillende aspecten van de Expactancy-Value Theory of Motivation positief samenhangen met schoolprestaties, maar is de relatie met getalbegrip nog onduidelijk. Er werd verwacht dat motivatie positief correleert met getalbegrip. Dit zou betekenen dat de mate van rekenmotivatie het getalbegrip en daarmee de rekenresultaten van kinderen kan voorspellen. 84 leerlingen deden mee aan het onderzoek. Hiervan waren er 32 jongens en 52 meisjes met een gemiddelde leeftijd van 9;4 jaar. Getalbegrip is gemeten door twee computergestuurde taken; een getallenlijntaak en een symbolische vergelijkingstaak. Motivatie is gemeten door de Globale Rekenmotivatielijst voor Kinderen (GRMK). Uit de Spearman’s Rho correlatie bleek dat self-efficacy negatief samenhangt met de getallenlijntaak, verder correleerden geen van de motivatieschalen met getalbegrip. Ook konden de motivatieschalen getalbegrip niet voorspellen, zo bleek uit de multiple regressie analyse. Als er gecontroleerd werd voor leeftijd en geslacht werd er gezien dat self-efficacy getalbegrip marginaal voorspeld. Deze resultaten kunnen mede verklaard worden door het plafond-effect dat behaald is bij de getalbegrip taken en de moeilijkheid van de meetbaarheid van motivatie. Voor vervolg onderzoek is het van belang dat de meetbaarheid van zowel getalbegrip als motivatie, bij deze doelgroep in kaart wordt gebracht. | |
