Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorLipman, L.J.A.
dc.contributor.authorSchuit, W.R.
dc.date.accessioned2017-02-16T18:03:38Z
dc.date.available2017-02-16T18:03:38Z
dc.date.issued2016
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/25418
dc.description.abstractBij de afdeling infectieziektebestrijding van de GGD Hart voor Brabant heb ik positieve en negatieve gezondheidsaspecten ten gevolge van de interactie tussen ouderen en gezelschapsdieren in woonzorgcentra, verzorgingshuizen en verpleeghuizen in de regio Hart voor Brabant geinventariseerd. Tevens heb ik het beleid van ouderenzorginstellingen om de gezondheid en het welzijn van mensen en gezelschapsdieren te waarborgen geëvalueerd. Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat een steeds groter deel van de mensen in Nederland behoort tot de groep ouderen. Deze ouderen hebben een verminderde afweer en zijn daardoor gevoeliger voor het oplopen van infecties. Tegelijkertijd neemt de interactie tussen ouderen en gezelschapsdieren binnen ouderenzorginstellingen toe. Deze interactie heeft zowel positieve als negatieve gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van zowel de ouderen als de gezelschapsdieren. Uit mijn onderzoek is gebleken dat de huidige richtlijn van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid ( LCHV)voor dieren in verpleeghuizen en woonzorgcentra niet specifiek genoeg is. Zo zijn er geen algemene adviezen m.b.t ontworming, vaccinatie en ontvlooiing van gezelschapsdieren aanwezig. Bovendien beperkt de richtlijn zich tot honden en katten, terwijl er ook andere gezelschapsdieren gehouden worden. Ook zijn er geen richtlijnen opgesteld voor de dieren die door vrijwilligersorganisaties worden meegenomen naar ouderenzorginstellingen. Dit is echter wel van groot belang omdat 70% van de ouderenzorginstellingen aangeeft deze activiteiten te organiseren. Uit mijn onderzoek blijkt verder dat slechts 29% van de managers bekend is met het begrip zoönosen. Mijn aanbevelingen voor de GGD zijn dan ook om bij ouderenzorginstelling aan te dringen op de implementatie van de LCHV richtlijn 2009 voor dieren die gehouden worden door ouderen en dieren die eigendom zijn van de ouderenzorginstelling. Met als doel de diergezondheid te waarborgen en daarmee de kans op het oplopen van zoönosen door ouderen te beperken. Daarnaast beveel ik de GGD aan om informatieavonden te organiseren voor activiteitenbegeleiders, managers van ouderenzorginstellingen, vrijwilligers van organisaties die activiteiten met dieren aanbieden en wijkverpleegkundigen om hen te informeren over de positieve en negatieve gezondheidseffecten ten gevolge van de interactie tussen ouderen en gezelschapsdieren. Met als doel bewustzijn te creëren en de interactie op een verantwoorde wijze te laten plaatsvinden. Tenslotte adviseer ik om in overleg met dierenartsen en verzorgingshuizen een algemeen protocol op te stellen waarin richtlijnen gegeven worden voor de selectie van geschikte huisdieren, de regelmatige monitoring van de dieren, vaccinaties, ontworming, ontvlooing en controles door de dierenarts. Met als doel de interactie tussen ouderen en gezelschapsdieren gezondheidstechnisch zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent292638
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titlePositieve en negatieve gezondheidseffecten ten gevolge van de interactie tussen ouderen en gezelschapsdieren.
dc.type.contentMinor Research Project
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsOuderen, Gezelschapsdieren, Verzorgingshuis, Verpleeghuis, Woonzorgcentrum, GGD, One Health, Gezondheidseffecten
dc.subject.courseuuGeneeskunde van gezelschapsdieren


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record