Een neuropsychologisch profiel van Hoarders: een vergelijking met OCS- en autisme patiënten.

Abstract

Samenvatting: Verzamelstoornis (hoarding) is tot nu toe veelal vergeleken met Obsessieve Compulsieve Stoornis (OCS), vanwege de repetitieve en ongecontroleerde aard van het problematische gedrag. Steeds meer rijst echter de vraag of hoarding wel daadwerkelijk gezien kan worden als een obsessieve/compulsieve stoornis. Zo zijn er ook overeenkomsten tussen hoarding en bijvoorbeeld Autisme Spectrum Stoornis (ASS) met betrekking tot zowel psychologische als neuropsychologische dysfuncties. De vraag blijft bestaan hoe hoarding zich precies verhoudt ten opzichte van deze of andere stoornissen. Het eerste doel van dit onderzoek was om hoarding met OCS en ASS te vergelijken aangaande de neuropsychologische functies planning en motorische responsinhibitie. Een tweede doel was om onderliggende neuropsychologische dysfuncties te achterhalen, die bij elk van de drie diagnosegroepen een rol zouden spelen. Dit laatste werd gedaan in samenwerking met een gelijktijdig lopend onderzoek naar set shifting en cognitieve inhibitie/flexibiliteit aan de hand van dezelfde dataset. Voor het analyseren van deze twee doelen zijn respectievelijk ANCOVA's en een clusteranalyse uitgevoerd. De resultaten duiden op een dysfunctie in planningsvermogen van hoarders in vergelijking met gezonde controles en autisme-patiënten, maar niet in vergelijking met OCS-patiënten. Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de groepen met betrekking tot motorische responsinhibitie, hoewel aanzienlijke beperkingen met betrekking tot dit laatste resultaat zijn benoemd. Verder zijn aanwijzingen gevonden voor gedeelde onderliggende neuropsychologische dysfuncties tussen hoarding, OCS en Autisme. Hoewel obsessieve/compulsieve en depressieve klachten wel meer dan de andere klachten met cognitieve inhibitie/flexibiliteit problemen samen leken te hangen en hoarding met problemen in planning, hingen de neuropsychologische deficieten bovenal samen met een algemeen verstoord psychologisch functioneren, ongeacht de aard van de problematiek. Derhalve biedt dit onderzoek ondersteuning voor de beweging naar diagnosticering op basis van klachtencontinua.